Voor het Zwin verzandde en uiteindelijk een natuurgebied werd, bracht deze machtige rivier de Vlaamse stad Brugge en voorhavens Damme en Sluis veel welvaart. Eind augustus trein ik naar Brugge, in vol toeristisch seizoen, en laat de kerken, het belfort en de reien al meteen achter me, op een nieuwe bierfietstocht, deze keer door West- en Zeeuws-Vlaamse polders en middeleeuwse steden met een luisterrijk verleden.
Fietsen door stedelijk en landelijk Brugge is haast idyllisch, met eerst de stadspoorten en windmolens van de binnenstad en daarna het ommeland met het Fort van Beieren, de oude boerderijen, de bloeiende polders langs het kanaal. Een zwarte kat pronkt met haar buit, een dode muis. Een wolk kauwen gaat achter een buizerd aan zoals een zwerm rechtse boomers achter een zwarte vrouw. Dan verschijnen er zeeschepen en vuurtorens in de landschapsmix, passeer ik de kleiputten van Heist en bereik zo de fraaie natuur van de Belgische kust.
Ondanks de drukte en de lelijke muur van ongeïnspireerde flatgebouwen blijft het aangenaam fietsen over de zeedijk van Knokke. De sculpturen van Beaufort spreken altijd tot de verbeelding en wanneer ik in zo'n typische strandbar met saaie loungemuzak plof, ben ik helemaal in vakantiestemming. Maar de weg is nog lang. Ik bereik het Zwin, op de grens met Nederland, en mijn stranduitstapje wordt een vogelsafari. Dit is een van de onbetwiste hoogtepunten van de Vlaamse natuur en zelfs het grootste vogelreservaat van België. De unieke natuur trekt bijzondere soorten aan. Altijd een bijzonder uitzicht over het estuarium, de duinen en velden met honderden galloways, przewalksipaarden en schapen, duizenden vogels, tot aan de horizon de blokken van Cadzand zich aftekenen. Onderweg naar Zeeland spot ik ooievaar, wulp, scholekster, bergeend, zilverreiger. Via de Willem Leopoldpolder bereik ik het vestingstadje Retranchement en zijn grote broer Sluis, het Damme van Zeeuws-Vlaanderen, met belfort en al. Het is prettig fietsen langs de stadswallen en kuieren op de kade van de oude haven.
Via de vaart fiets ik onder het zeeniveau België weer binnen, richting Damme. Het moet een half leven geleden zijn dat ik de middeleeuwse steegjes van de stad van Tijl Uilenspiegel nog heb bewandeld. Ik bezoek het laatgotische stadhuis, met de mini-boekenwinkel, het middeleeuwse ziekenhuis en de oude kerk. De beklimming van de kerktoren begint bij het graf van de Vlaamse dichter Jacob van Maerlant. Het panorama biedt zicht op Brugge, Lissewege, Oostende, Zeebrugge en Sluis, en dat alles in het groene decor van Jacques Brels vlakke land. Terug in Brugge bezoek ik Historium, een dag in het leven van de middeleeuwse stad tijdens de Gouden Eeuw - een echte toeristische 'experience', alsof Bart Van Loo een pretparkattractie heeft uitgedacht. Meer dan geslaagd. Na dit Bourgondische breinbad koers ik, slalommend tussen de paardenkoetsen en selfies nemende toeristen, naar het gezellige Walplein voor een Brugse Zot of twee.
Wat een fantastische bierfietstocht, toch zo'n 70 km maar heel gemakkelijk. Een dagje tussen uitzonderlijke natuur en historisch erfgoed. Een nieuwe reeks fietstips is bij deze afgetrapt, met af en toe een lekker biertje erbij!
Fietsknooppunten: 5 - 98 - 3 - 23 - 50 - 97 - 90 - 35 - 85 - 46 - 9 - 38 - 36 - 13 - 68 - 45 - 4 - 18 - 86 - 29 - 32 - 33 - 30 - 31 - 96 - 97 - 99 - 94 - 54 - 57 - 24 - 74 - 44 - 47 - 17 - 22 - 92 - 34 - 6
De bierfietstochten haal ik trouwens uit dit uitstekende boek: Pauquay, Pierre, 2024, Bierfietsboek België: Een verfrissende manier om door België te fietsen, Antwerpen: Luster (vertaald uit het Frans)