Hoog tijd was het om Absolutely Free Festival uit te proberen, het gratis (ofwel 'pay what you can') festival in Winterslag, vlak naast de C-mine. Al jaren is dit een van de belangrijkste showcasefestivals voor het talent van vandaag en morgen, en steeds meer voor het breed uitwaaierende genre van de hedendaagse postpunk. Drie overdekte podia hielden ons droog terwijl het kwakkelweer over onze contreien heersten. De artiesten op de Main Stage kon je allemaal zien, terwijl je tussendoor moest kiezen tussen de twee zijpodia. Mij zag je vooral op XPRMNT. Het festival had al drie bands op Genk losgelaten toen ik aan kwam waaien. Ik startte mijn festivaldag met de aanstekelijke indierock van Gos Rosling, bezield door een zanger met een stem die meteen aan Ian McCulloch deed denken, al heeft de band ook goed naar Vampire Weekend geluisterd. Meezingers als 'Caroline' en 'Somehow/Somewhere' gingen er toch goed in. En plots besefte ik dat ik ze al eens live had gezien, vorig jaar in het voorprogramma van Feeder. Meteen daarna was het complexloos rocken met Rant., een baldadig vijftal met postpunkattitude, woeste urgentie, en een intensiteit die je vooral bij metal vindt. Met zijn kenmerkende rauwe vocals zette de zanger zijn tanden in onze halsslagader, om niet meer los te laten. Dat kan intenser, dacht hij, en dus sprong hij in het publiek om zijn dreigende zanglijnen in het gezicht van zijn fans te brullen. Rant. wins. Fatality.
Na deze twee Belgen ging AF voor het eerst internationaal met Library Card, bekend van die meta-beuker 'Well, Actually'. Vergelijk de zangeres zeker niet met Kim Gordon. Haar parlando deed in elk geval sterk aan Dry Cleaning denken. Dit is een van de leukere postpunkbandjes die onze noorderburen de laatste jaren hebben voortgebracht, dat bevestigden ze met deze retestrakke set alvast. En bands die een lans breken voor transrechten hebben altijd een streepje voor. De single 'Jump Right In' van Ciska Ciska kon me al eerder charmeren en ook live kon de band rond de Gents Ciska Dhaenens bekoren. "Lovers can be haters too", ja zeg, die zin kwam binnen. Dit is vaderlandse indie om heel blij van te worden. Wellicht hebben ze heel wat harten veroverd in het Greenhouse vandaag. Van het Hiqpy had ik nog nooit gehoord maar dat lag aan mij, zo bleek. De band is best populair. Toch konden de rocksongs van dit Amsterdamse viertal mij minder boeien dan die van de andere bands op de Main. Nu eens kabbelen, dan weer beuken, af en toe alsnog scoren. Bijvoorbeeld met dat voorlaatste nummer, waarmee ze Winterslag in lichterlaaie zetten.
Maar toch liever de maniakale postpunk van Real Farmer, een Hollands sloopbedrijfje dat net als shame en Gurriers niets minder dan de totale overgave beoogt. Dat werd aanvankelijk moeilijk, want zanger Jeroen Klootsema moest voorzichtig rond een onverwachte nieuwe bandlid dansen, een klein jongetje dat met zijn Spongebob-gitaar begon mee te spelen. Even stoer als schattig. Na enkele nummers voegde hij zich bij zijn mama en kon de band zich pas echt in de strijd gooien. Ze deden dat met onweerstaanbare knallers als 'Big Stepper' en 'Consequence' en een welgemeende fuck you aan Israël. Ze zouden de laatste niet zijn vandaag. Het Engelse Honeyglaze liet al twee steengoede platen op de wereld los en verbluften in december vorig jaar een uitverkocht (nu ja) Trix Café met een lichtjes betoverende set. En opnieuw werd ik verliefd om hun beklijvende sound. Die strijkstok op de bassnaren bij 'I Feel It All', die muur van noise bij 'Don't', die tegendraadse ritmes van 'Safety Pins', dat aangrijpende 'Burglar', miljaar. En mogelijk is 'Ghost' wel hun mooiste nummer tot nu toe - want dit drietal heeft nog heel wat voor ons in petto. Geef hen een groter podium, want ze zijn klaar voor een groter publiek. Dat waren ze eigenlijk in december al.
Synths, sax, viool, conga's. En daar haalde Sietse Willems een megafoon boven voor wat spoken word. Met Laswerk gingen we voluit voor het experiment. Zowel Belgische als Britse muzikanten namen deel aan deze sessie met als thema: Free Palestine. Deze psychedelische jazztrip was het eigenzinnige intermezzo tussen de durf van Honeyglaze en de dans van Getdown Services. En dansen zouden we. Bij voorkeur met een lauwe pint in de ene en een joint in de andere hand. Met hun vettige maar schrandere teksten, zwoele ritmes en je m'en fous-attitude hebben de Britten zich tot een van de revelaties van het jaar gebombardeerd. Daar zit die dijk van een single 'Dog Dribble' natuurlijk voor iets tussen, maar net als bij Antony Szmierek, die ik twee weken geleden op Boomtown zag, houdt elke song de belofte van pub anthem in zich. Fat Dog op downers, Sleaford Mods op molly, stand-up comedy met scheve dansmoves, of groepstherapie op beats. Getdown Services overtuigde elke dansende ziel op Absolutely Free vandaag. En met 'Dog Dribble', dat maar blééf duren, ging het dak van de Main er finaal af. Een dag later kwam ik ze in het treinstation van Genk tegen. Sympathieke jongens. Ze beloofden dat ze snel terug zouden komen. In december staan ze bijvoorbeeld in de Botanique. Ik zou toch maar een ticketje kopen.
Met leather.head was de door sax gestuwde gitzwarte postpunk vandaag ook weer vertegenwoordigd. Dreigend en bloedmooi tegelijk klonken de bevreemdende klanken. Ergens tussen Maruja en Black Country, New Road misschien, maar vooral compromisloos zichzelf. De schreeuwen van een van de zangers staan, denk ik, voor eeuwig in mijn ziel gekrast. Net voor hun afsluiter 'from the river to the sea' moedigde de frontman ons aan om vooral actie te blijven voeren, want de politiek en de media willen ons machteloos doen voelen. Samen kunnen we het verschil maken. Free Palestine. Vervolgens een van de bekendere postpunkbands, de coolste working class heroes van over het Kanaal. Denk Viagra Boys met uitstapjes naar Zappa, Bowie en pakweg Faith No More. Warmduscher, dat is een vuistslag op je gebit, en nog een, heel het concert lang, anthem na anthem. Want die waren er met hopen: 'Whale City', 'I Got Friends', 'Top Shelf'... Ten slotte speurde de charismatische frontman Clams Baker Jr. de kolkende moshpit die hij had veroorzaakt en dacht hij bij zichzelf: daar ontbreekt nog iemand.
En dan een band waar ik heel hard naar uitkeek. Met Plan 75 bracht The Orchestra (For Now) eerder dit jaar een debuut-ep uit waar de meeste nieuwe bands alleen maar van kunnen dromen. De nummers zijn stuk voor stuk meesterwerkjes, ontegensprekelijk beïnvloed door Black Country, New Road, die zelf de hoge laat van hun twee eerste platen bijlange niet meer halen, dus is er nu The Orchestra (For Now). De natuurlijke cool van de frontman en de bakken talent van zijn orkestje zorgden voor een onvergetelijk concert, waarbij het acht minuten lange 'Wake Robin' de kers op de taart was. Meewoedige violen en piano gekrijs dat door merg en been gaat, lyrics vol culturele knipoogjes, en een dijk van een performance. Dit was een band die ik dit jaar moést zien. Waarvoor dank, Absolutely Free Festival. De Engelse indieband van Porridge Radio was de headliner van deze tweede dag van AFF. Dit was tevens hun laatste concert op Belgische bodem want het sympathieke viertal houdt het dit jaar voor bekeken, na dus nog een uitvoerige afscheidstournee. Het is moeilijk om niet te vallen voor de magische samenzang op hun bloedmooie slackersongs, van 'Sick Of the Blues' tot 'God Of Everything Else'. En zo leverden ze met dit knappe concert de afsluiter van een meer dan geslaagde festivaldag in Genk. Absolutely Free Festival is steeds meer het underground alternatief voor Pukkelpop. Ik wil er in elk geval volgend jaar weer bij zijn.