Al drie heiligenteksten kon u van me lezen, in april vierden we Joris, in juni Antonius en Vitus. Vandaag is het de naamdag van de noodhelper Christoffel van Lycië, de beschermheilige van de reizigers en de hoedenmakers.
Ik ga op reis en ik neem
mee: mijn hoed, mijn hakenbus, mijn hondenkop, ik help zwervers de rivier over,
Reprobus de waterbus, spring maar op mijn reuzenschouder, er kan altijd nog
iemand bij, valk of kind van god, ik ben de jakhalsreus, ik ben de
hellebaviaan, ik ben de cynocefaal van Roermond, ik ben het veer van Rab, ik
ben Atlas, draag de wereld als het moet, ik ben Orion, met Cedalion op mijn
schouders, ik ben het nijlpaard van Vercelli, aanbid mijn mastodontentand, ik
hoed je voor een onverwachte dood, maar nam recup op de dag dat de muziek
verging met als gevolg dat ook het zonlicht niet meer scheen, in Clear Lake was
ik niet, in Cholame was ik niet, in Nice was ik niet, maar bij de tandarts aan
je zij, ik ben je vals gebit, ik zeg flos en poets je tanden, nu wil ik je
hondje zijn, so come on, ik ben de Genuese hond die Amerika vond, ik ben
Benedict van Bethlehem, ik wreek de zestigduizend van de rivier tot de zee, ik
ben Artis de lepelman, ik steel het ritme als ik kan, ik ben de Doc met de
DeLorean, en reis interstellair, ik ben de rapper Biggie, ik ben de nazi Zorin,
kere weer om, reuzegom, ik ben de bruggenbouwer en ik ben de architect, dat is
mijn conclusie, ik ben elke hond uit de showbizz en geschiedenis, ik ben
Foofur, Samson, Pluto, Rin Tin Tin, Toto, Billie, Bobbie, White Fang, Dommel,
Idéfix, Rataplan, Balto, Beethoven, Laika, Blondi, Satans kleine helper, ik ben
Kerberos, blaf in drievoud, butler van Christus, ik was zijn bokkenpoten en lik
stigmata schoon, ontvlooi mezelf met zwavel en apporteer zijn aureool, goed en
slecht, twee kanten van de medaille, die ik de grote vriendelijke reu opblink
tot ik in tijdelijke verwarring naar mijn spiegelbeeld grom, ik ben Superman én
Homelander, de witte tovenaar die zijn ziel verkocht, ik begeleid de blinden en
speur drugs op, ik geef een pootje wanneer dat moet, ik ben de vagebond, ik
trek de wereld rond tot ik mijn hoofd te slapen leg en dan nog reist mijn lijf
voort, onverstoorbaar zwerf ik mij te pletter, als een beagle zonder kop, maar
altijd met een hoed op.