maandag 18 november 2013

Crossing Border 17 november 2013

Rock Werchter, Dour, Pukkelpop en wat je maar wil zijn dit jaar aan mij voorbij gegaan en voor het tweede jaar op rij is er geen Sinners' Day. Tijd om andere horizonten te verkennen, en dat deed ik dit jaar onder meer met Crossing Border, het grootste literatuur- en muziekfestival van Europa. Het was de eerste keer dat ik naar dit festival gelokt werd, dit door een uitstekende affiche, vooral wat muziek betreft.

Alle zalen van de Antwerpse Arenbergschouwburg werden tot onze beschikking gesteld en kregen best vreemde namen: Club De Ville, La Zona Rosa, Red Eyed Fly en Continental Upstairs. Hoewel ik ook hier en daar wat literatuur meepikte (een grote passie, hoewel ik vooral voor de muziek kwam), zal dit verslag zich concentreren op de muzikale acts. Ik woonde onder meer een interview van cartoonist Willem, een man die in zijn werk de wet van Godwin niet schuwt, bij door moderator Gert Jan Pos, een ode aan de pas overleden schrijver Thomas Blondeau, de Amerikaanse schrijver Nathaniel Rich die uit zijn roman voorleest en twee straffe prozastukken door DBC Pierre.

Na Nathaniel Rich mocht de New Yorkse indieband Lucius La Zona Rosa, de grote zaal van de Arenberg, muzikaal openen. Een band die van gimmicks, uniforms en percussie houdt, zowaar. De drie besnorde mannen hadden allemaal hetzelfde pak aan en de kortgerokte dames aan de zang, Jess Wolfe en Holly Laessig genaamd - nadien praatte ik nog even met een van hen over deze eerste Europese tour en de typische 'Brooklyn sound' - schuwden lange wimpers niet en droegen dezelfde pakjes. De zang deed vaak aan gospel denken en de muziek wel eens aan Vampire Weekend, maar toch nog verschillend genoeg om niet steeds de vergelijking te moeten maken. Lucius maakt frisse, ritmische muziek met de onontbeerlijke personal touch. Dat laatste kunnen we moeilijk zeggen over de Britse indierockers van Swim Deep. Deze jonge heren openden de Club De Ville op het gelijkvloers met nogal saaie surfrock die me eerder met de Amerikaanse West Coast sound zouden vergelijken, maar Amerikaans zijn ze allerminst. Slecht was het niet, maar boeiend eigenlijk ook niet, en dat is geen goed teken.
Na DBC Pierres geslaagde doortocht mocht singer-songwriter Matthew Houck en zijn band Phosphorescent La Zona Rosa in lichterlaai zetten. Hun prachtige indierock deed wat denken aan heel wat andere Amerikaanse bands uit het genre, maar Phosphorescent maakt zeker het verschil. Het optreden mocht dan wat traag op gang komen, vanaf ongeveer het midden begonnen de songs intenser te worden, vertederend tot de diepste laag van ons hart. De twee hoogtepunten voor mij waren toen Matthew alleen op het podium stond, eerst achter de piano met een hoogst ontroerend maar eenvoudig liedje, dan met zijn gitaar, waar hij op het einde van de song een wondermooi en intens effect creëerde met een loop system. Van de nummers die met vol orkest werden gebracht, konden 'Song For Zula' en 'Los Angeles' het meest raken. Straffe meneer. Straffe band.

De enige keer dat ik voet zette in de Red Eyed Fly zaal, waar ik anders het vaakst kom, was voor de Noorse avant-garde muzikante en tevens ook noveliste Jenny Hval. Samen met haar drummer en gitarist bracht ze zeer experimentele muziek, met hysterische en agressieve stukken punk ertussen, waardoor heel wat volk halverwege de tribune verliet. Wij niet. Wij genoten van deze intense stukjes muziek, en van single 'Innocence Is Kinky' in het bijzonder. De weerbarstige gitaarriffs en ratelende drums zorgden voor een mooi samenspel met de knappe stem van Jenny Hval, die vaak hoge toppen scheerde. Dit is een erg interessante artieste die zeker in het oog moet worden gehouden.
Nog zo'n klepper is de Amerikaanse zanger John Grant. Hij trad aan met zijn voor 80% IJslandse band in La Zona Rosa en gaf een werkelijk daverende show, met een gulle greep uit oud en nieuw materiaal. Zo wisselde hij emotioniele indie ballads af met zwaar elektronische kleppers als 'Pale Green Ghosts'. Ook de ballades waren niet van scherpe randjes ontdaan, en af en toe viel er eens een scheurende gitaar tussen. Wat ook opviel, zijn zijn teksten, die zeer gevat en pijnlijk herkenbaar zijn, denk maar aan klassebak 'GMF', en vaak bijtend cynisch worden, net zoals die van Morrissey. De sympathieke man is een geboren entertainer  en bracht voor heel wat mensen een van de absolute hoogtepunten van de dag. Eerst een lange pauze, en dan was het tijd voor de gespierde, feministische post-punk van Savages, kil en warm tegelijk, zoals we dachten dat enkel Siouxsie ze kon brengen. De vier in het zwart geklede jonge dames brachten muziek met de energie van de vroege The Cure, de pijn van Joy Division en de ingehouden woede van The Clash. Siouxsie is zeer aanwezig in prachtsong 'Shut Up' maar de punkgeest zit dan weer duidelijk in 'She Will'. New wave is nog lang niet dood, dat bewijst dit Britse viertal nog maar eens.
Ondertussen brachten de Londenaars van These New Puritans topmuziek van een heel andere slag in La Zona Rosa. Deze veelkoppige band maakt intense, gelaagde, ecclectische muziek waarin blazers, piano en percussie op de voorgrond treden en de stemmen van zanger en zangeres prachtig samen klinken. Ik stapte de zaal binnen toen net het wondermooie 'Fragment Two', van de laatste plaat, werd ingezet, een nummer dat tot ongekende hoogtes reikt in een alomvattende apotheose op het einde. Het ging er wat heviger aan toe met oude singles 'Attack Music' en 'We Want War', met een eindeloos lange bridge waar zelfs een hooggeschoolde muziekhater van in vervoering raakt. Erg uitgesponnen was het gevoelige pareltje 'Organ Eternal', maar daar stoorden we ons allerminst aan. Het was een van de vele hoogtepunten van een straffe afsluiter van dit festival. Enkel het laatste nummer was best langdradig te noemen, maar dat vergeven we deze geniale band met plezier.

Crossing Border, u was ronduit schitterend!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten