30 oktober. Bijna Halloween. En dat soort zaken. Maar eerst was het tijd voor de vierde en laatste Ballonnenvrees van het jaar! Deze speciale editie toch wel ging voor het eerst buiten 't Werkhuys door, namelijk in het wellustige café De Kleine Hedonist.
Het werd een lange avond. Iedereen speelde net iets of veel langer dan wat van hem of haar verwacht werd, maar aangezien de kwaliteit optimaal was, had ik daar geen erg in. We hadden heel wat poëzie van uit alle windstreken, we hadden proza, we hadden slam, we hadden comedy. We hadden zelfs de avant-première van een kortfilm!
Gert Vanlerberghe, uw nederige blogschrijver, presenteerde de boel weer en opende met zijn gedicht 'Gitaarmeisje'. Daarna werd Esther Porcelijn, ex-stadsdichteres van Tilburg, aangekondigd. Deze creatieve ziel houdt erg veel van Antwerpen en dat horen we zeer graag uit de mond van een Nederlandse. Ze bracht enkele straffe poëmen en een hartverscheurend kortverhaal door de ogen van een hondje. Letterfretter Mike, een van de organisatoren van Poëzie Voor het Volk, was next. Deze Gentse MC heeft al twee albums integraal in het Gents gerapt en ook zijn slams kunnen heerlijk smaken, zo bleek vanavond.
Next in line in dit donkere hol der dichterlijke geneugten was Jef Louisa Versmissen, zanger van de band JazzMachine, uit Vorselaar. Zijn gedichten waren in het Engels en in het Nederlands en door middel van een loop system kregen die nog een extra dimensie. Straffe performance van deze goedlachse Kempenaar en ancien in het vak! Daarna was het de beurt aan Tryggve Bauweraerts, presentator van You On Stage, die voor de tweede keer op Ballonnenvrees stond en momenteel aan een straffe monoloog sleutelt. "Mijn koninkrijk voor een keu!", zo riep hij toen hij de biljartkop van een dikke man aanschouwde in de fictieve wereld waar hij het publiek van De Kleine Hedonist tien minuten lang binnenloodste. Zeer botte en grove monoloog die z'n effect niet miste wanneer het publiek het op een lachen zette.
Vlak voor de eerste pauze las Gert voor het laatst voor uit zijn roman Als een Ballon. Om alles wat aan te passen aan de sfeer en het thema van de avond werd het een sadistische passage die gelukkig dubbel fictief is, want ingebeeld door de bevallige maar venijnige Laura. Dan volgde de lang verwachte avant-première van Dood Aan De Powezie!, Von Solo's eerste kortfilm en, het moet gezegd, een meesterwerkje! Enkele van de acteurs, Von Solo zelf, Sven de Swerts, Derrel Niemeijer en Gert Vanlerberghe, waren in de zaal aanwezig en genoten, samen met de rest van het publiek, met volle teugen van deze poëziethriller!
Arnold QuartjeNeger opende het derde deel met een kwartier lange comedy show van formaat. De sfeer zat er goed in en onze kaakspieren stonden niet stil. Hilarische man! We bleven lachen met Bornems stadsdichter Akim A.J. Willems, die enkele Vuil Sonnetten en De Wet Van Godwin-gedichten op ons afvuurde. Zoveel politiek incorrecte poëzie, dat kon een van de arme toeschouwers niet aan en hij verdween de straat op met de woorden, "Hier kan ik niet meer mee lachen." Tja. Hij was de enige. Akim sloot af met een sterk geschreven klankgedicht waarin enkel de klank 'a' werd gebruikt. Het deed me erg denken aan de i- en o-gedichten van Vitalski. Straf spul.
Vervolgens stak Von Solo van wal met enkele niet bepaald politiek correcte gedichten, gevolgd door zijn mede-neobeatnik Derrel Niemeijer en diens vriendin Nancy Meelens, die voor de vierde keer optrad en naast mooie gedichten ook haar hernia met het publiek deelde. Ongezien! Stefan Heulot, een van de Drie Musketiers van Woordwasdraad was de kers op de dichterlijke taart en sloot af met enkele van zijn knappe gedichten.
De sfeer zat zeer goed en zo konden we nog enkele uren verder gaan, maar al gauw kregen andere gewaardeerde bezigheden voorrang en namen de gasten een frisse duik in de liters bier die nog op ons te wachten stonden.
Topavond dus, veel volk, straffe artiesten, enkele ballonnen, veel drank. We gaan even de stekker uittrekken voor enkele maanden maar op 19 februari zijn we er weer met alweer een bijzonder straffe affiche. Tot dan, in 't Werkhuys!
Eerste vijf foto's: Pierre Moeremans
Laatste foto: Anneke Morrens
donderdag 31 oktober 2013
zaterdag 26 oktober 2013
Terrasjesweer: Je kan het me ook gewoon vragen
Je kan het me ook gewoon vragen
Of je rook in m'n gezicht mag blazen
Om je vulgaire achterklap
Kracht bij te zetten
Aan dat krakkemikkige tafeltje,
Bezaaid met as en verschaald bier.
Ik eet graag zonder walmen,
Ik eet liefst buiten in de zon,
En als je nog eens mijn eetlust
Naar de andere wereld wil helpen,
Vraag het dan:
"Mag ik mijn sigarettenrook
In jouw neusgaten blazen,
Terwijl jij tevergeefs
Tracht te genieten van je pasta
In de zwaveldamp van mijn
Egoïstisch recht in een vrij land
Om nicotine te lurken,
Als vitriool voor de longen
Van iedereen in mijn omgeving,
En als een draak stoom af te laten
Zodat iedereen het kan ruiken
En met gevorkte tong verwensingen
Aan het adres van een hartsvriendin,
Die het, afwezig, niet kan horen,
In het rond te zwaaien
Opdat jouw terraservaring
Mogelijk aan kwaliteit inboet
Ten koste van wat ik me permitteer,
Meneer,
Mag dat?"
vrijdag 25 oktober 2013
Like a Balloon
As I was asked to translate part of my novel Als een Ballon into English, I tried some autotranslation on the following passage. Hope you'll enjoy it:
The girl follows me into my apartment. Yves and Michael have gone to Harlem and Niels doesn't live here anymore anyway. I don't know where all the others have gone. The only thing I know is that Allen was going to show Mark and Marie a couple of things, and in all likeliness Laura is already asleep in the room next door. She didn't join them drinking. In any case the evening would have turned out completely different. I stagger up the stairs, stumble and fall every few seconds. The stairs are dancing before my eyes and a thick yellow fog spreads over the hallway. Two minutes later I manage to penetrate the keyhole. I search for the switch. Lights on. Blinding. My hands shield my eyes. The girl still hasn't spoken a single word when she throws herself on the sofa. The room is a cloth that is softly caressed by the wind. God, she's pretty. There seems to be no end to her suntanned legs, although I really plan to discover that end before I pass out on the floor.
In an attempt to approach her, I trip over the small table, still crammed with Michael's stuff. With a grimace of pain I try to get up. Not a big success. In an angry fit I beat the ashes off my clothes. Why doesn't Michael ever clean out his ashtray? Honey, you're too fucking drunk. She's got a point there. She giggles, although she also appears to be slightly worried. As if that bitch isn't completely pissed herself. C'mere. I like this sofa. I'm starvin'. But first things first. Do you like butterflies? And not only pissed, I have the impression. I grab the edge of the sofa, try to pull myself up, then fall back on the floor. A height of maybe ten centimeters, but to me it seems like meters and meters and meters. I scream. Retch. And yes. As I'm lying on my back, I throw up all over my chest. More laughs from the girl, who now takes off her blouse, and despite the fog and the dancing furniture and anything else that threatens to ruin the evening, I behold the two most perfect breasts you can ever imagine. Slowly she moves her left hand to her skirt and gradually lifts up the lower part of the already tiny skirt.
The world is spinning. The walls are singing. The room is buzzing. My knees hurt. My beard is smeared with the former contents of my stomach and the mere taste makes me want to vomit again. Still I don't avert my eyes and keep focussed. Fascinated. And happy. So very happy. My moronic smile causes another morsel to crumble from my lower lip. My smile turns into a grin. As if I don't realise why she's doing this. Once the veil is taken off, I finally behold the sublime truth. After all these trials Isis is finally showing her true face. And it is perfect. Absolutely exquisite. This is happiness. This is truly being happy. Why on earth had I been waiting so long for Laura? I should have done this much earlier. What more does Laura have to offer me than this?
Nothing, I'd say. This is it. This is happiness. Only this. Because this is where it ends. There won't be anything more than this second of happiness. Not because I'm shy, or lazy, but because I'm smeared with the remnants of my noodles 'n' beer. The puke paralyses me. I can only stare, behold, venerate, with my mouth wide open, completely in trance. And the entire show doesn't last minutes, but hours, days, weeks, years. An eternity of lying on my back, praying before all that splendour. When she also takes off her bra and her full breasts dawn in the eye blinding gloom, as two perfect water lilies in a pond full of life, with newts, beetles, ducks, a heron, some carps, and some of those water striders - was it only beer and whisky tonight? - when her breasts get rid of their two lids and I try to untangle from a psychedelic web of absurd metaphors, I suddenly feel like the chosen one. I am the one who gets to see this! Me! I'm getting so absorbed in my ecstatic experience that I nearly succumb out of sheer felicity. It is her voice that abruptly stops all of this. You're so pathetic. You silly drunk. See what you're missing. You're gonna be sorry forever, man. You'll never touch another glass because you'll be afraid you'll miss such an opportunity again. She's not angry. She just starts laughing out loud. Then she gets dressed and a minute later she's gone. That hurts. When her bra covered up her breasts again and the skirt fell down again, the magic was gone. Now I'm not the chosen one anymore but just a dead drunk pillock in a puddle of puke. Now it feels like she has put a spell on me.
[...]
I keep lying on the floor for another ten minutes, buried alive under a pile of Chinese food that looks nearly as tasty as when it hadn't commuted up and down my esophagus yet. Then I gather all my courage and drag myself to the bathroom, where I plan to take a shower. Oh, the agony before I'm finally clean again! First I turn on the cold water tap. Too cold! Way too cold!!!!!!! I scream, falter and get hold of the hot tap when all of a sudden gravity betrays me. Boiling water now tortures my filthy body. The burning water scares me to death while I cry my guts out, let go of the tap, realise just in time that I don't have anything to hold on to anymore, reach out to the showerhead above me with both hands, manage to grasp it just in time and plunge into the abyss taking with me showerhead, shower holder, pieces of tile and what more. I keep lying there. Besotted. But not for long, as the boiling water is shaking all over the place, attacking me at my most vulnerable body parts. Luckily I manage to pull myself up on the curtain, but when that yields as well, I end up on the bathroom floor with a loud bang, safe from the evil heat ray, which is still raving like a madman.
Eventually I manage to dry myself and reach my bedroom, and just when I want to go to sleep, I see Laura standing in the doorway of her bedroom. The primal screams coming from the bathroom must have woken her up. We both sit down on the sofa and talk for a while. One of those conversations you never ever forget. Broaching the most divergent subjects. About Niels and how he has cheated on her and about where he and Kathy would be now and whether he'd also cheat on her and so on. But we also talk about each other. And then it happens. Without any apparent reason. All of a sudden. That one spark.
And it was incredible. Indescribable.
The girl follows me into my apartment. Yves and Michael have gone to Harlem and Niels doesn't live here anymore anyway. I don't know where all the others have gone. The only thing I know is that Allen was going to show Mark and Marie a couple of things, and in all likeliness Laura is already asleep in the room next door. She didn't join them drinking. In any case the evening would have turned out completely different. I stagger up the stairs, stumble and fall every few seconds. The stairs are dancing before my eyes and a thick yellow fog spreads over the hallway. Two minutes later I manage to penetrate the keyhole. I search for the switch. Lights on. Blinding. My hands shield my eyes. The girl still hasn't spoken a single word when she throws herself on the sofa. The room is a cloth that is softly caressed by the wind. God, she's pretty. There seems to be no end to her suntanned legs, although I really plan to discover that end before I pass out on the floor.
In an attempt to approach her, I trip over the small table, still crammed with Michael's stuff. With a grimace of pain I try to get up. Not a big success. In an angry fit I beat the ashes off my clothes. Why doesn't Michael ever clean out his ashtray? Honey, you're too fucking drunk. She's got a point there. She giggles, although she also appears to be slightly worried. As if that bitch isn't completely pissed herself. C'mere. I like this sofa. I'm starvin'. But first things first. Do you like butterflies? And not only pissed, I have the impression. I grab the edge of the sofa, try to pull myself up, then fall back on the floor. A height of maybe ten centimeters, but to me it seems like meters and meters and meters. I scream. Retch. And yes. As I'm lying on my back, I throw up all over my chest. More laughs from the girl, who now takes off her blouse, and despite the fog and the dancing furniture and anything else that threatens to ruin the evening, I behold the two most perfect breasts you can ever imagine. Slowly she moves her left hand to her skirt and gradually lifts up the lower part of the already tiny skirt.
The world is spinning. The walls are singing. The room is buzzing. My knees hurt. My beard is smeared with the former contents of my stomach and the mere taste makes me want to vomit again. Still I don't avert my eyes and keep focussed. Fascinated. And happy. So very happy. My moronic smile causes another morsel to crumble from my lower lip. My smile turns into a grin. As if I don't realise why she's doing this. Once the veil is taken off, I finally behold the sublime truth. After all these trials Isis is finally showing her true face. And it is perfect. Absolutely exquisite. This is happiness. This is truly being happy. Why on earth had I been waiting so long for Laura? I should have done this much earlier. What more does Laura have to offer me than this?
Nothing, I'd say. This is it. This is happiness. Only this. Because this is where it ends. There won't be anything more than this second of happiness. Not because I'm shy, or lazy, but because I'm smeared with the remnants of my noodles 'n' beer. The puke paralyses me. I can only stare, behold, venerate, with my mouth wide open, completely in trance. And the entire show doesn't last minutes, but hours, days, weeks, years. An eternity of lying on my back, praying before all that splendour. When she also takes off her bra and her full breasts dawn in the eye blinding gloom, as two perfect water lilies in a pond full of life, with newts, beetles, ducks, a heron, some carps, and some of those water striders - was it only beer and whisky tonight? - when her breasts get rid of their two lids and I try to untangle from a psychedelic web of absurd metaphors, I suddenly feel like the chosen one. I am the one who gets to see this! Me! I'm getting so absorbed in my ecstatic experience that I nearly succumb out of sheer felicity. It is her voice that abruptly stops all of this. You're so pathetic. You silly drunk. See what you're missing. You're gonna be sorry forever, man. You'll never touch another glass because you'll be afraid you'll miss such an opportunity again. She's not angry. She just starts laughing out loud. Then she gets dressed and a minute later she's gone. That hurts. When her bra covered up her breasts again and the skirt fell down again, the magic was gone. Now I'm not the chosen one anymore but just a dead drunk pillock in a puddle of puke. Now it feels like she has put a spell on me.
[...]
I keep lying on the floor for another ten minutes, buried alive under a pile of Chinese food that looks nearly as tasty as when it hadn't commuted up and down my esophagus yet. Then I gather all my courage and drag myself to the bathroom, where I plan to take a shower. Oh, the agony before I'm finally clean again! First I turn on the cold water tap. Too cold! Way too cold!!!!!!! I scream, falter and get hold of the hot tap when all of a sudden gravity betrays me. Boiling water now tortures my filthy body. The burning water scares me to death while I cry my guts out, let go of the tap, realise just in time that I don't have anything to hold on to anymore, reach out to the showerhead above me with both hands, manage to grasp it just in time and plunge into the abyss taking with me showerhead, shower holder, pieces of tile and what more. I keep lying there. Besotted. But not for long, as the boiling water is shaking all over the place, attacking me at my most vulnerable body parts. Luckily I manage to pull myself up on the curtain, but when that yields as well, I end up on the bathroom floor with a loud bang, safe from the evil heat ray, which is still raving like a madman.
Eventually I manage to dry myself and reach my bedroom, and just when I want to go to sleep, I see Laura standing in the doorway of her bedroom. The primal screams coming from the bathroom must have woken her up. We both sit down on the sofa and talk for a while. One of those conversations you never ever forget. Broaching the most divergent subjects. About Niels and how he has cheated on her and about where he and Kathy would be now and whether he'd also cheat on her and so on. But we also talk about each other. And then it happens. Without any apparent reason. All of a sudden. That one spark.
And it was incredible. Indescribable.
zondag 20 oktober 2013
Monthly singles chart
This month Arcade Fire's 'Reflektor' ranks at #1.
- Arcade Fire - Reflektor
- Darkside - Golden Arrow
- Motek - Ambitions, Friends, Routines, Worries and Inherited Craziness
- Fuck Buttons - Brainfreeze
- Fuck Buttons - The Red Wing
- 65DaysOfStatic - Prisms
- Pearl Jam - Sirens
- Yuck - Middle Sea
- Savages - Shut Up
- Franz Ferdinand - Evil Eye
- Motorama - Young River
- Porcelain Raft - Think Of the Ocean
- Pet Shop Boys feat Example - Thursday
- Mintzkov - Word Of Mouth
- The Dead Color - Cyanide
- Tubelight - Coming After You
- Two Door Cinema Club - Changing Of the Seasons
- Nine Inch Nails - Copy Of a
- Girls In Hawaii - Not Dead
- Woodkid - The Golden Age
- These New Puritans - Organ Eternal
- Mùm - Toothwheels
- Savages - She Will
- S O H N - Lessons
- Mumford and Sons - Hopeless Wanderer
- James Blake - Life Round Here
- Jenny Hval - Innocence Is Kinky
- Condor Gruppe - Diggin' For Gold
- Deerhunter - Back To the Middle
- Suuns - Sunspot
Nachtschade
Tot we opbranden in de stervende nacht
Zullen kwade geesten blijven dansen
In ons aangedikte bloed,
Bedolven onder lava uit ontkurkte vulkanen.
Jij belooft me, ik geloof je
En proef je paars gewassen lippen
Waar de waarborg van een toekomst
Zich in de kerker van mijn keelgat stort.
Een laatste stuiptrekking
Van de nacht spuwt ons uit
En we tuimelen tussen hemel en aarde,
We kussen, we strelen.
Ik wacht op bevelen
En op orders die nooit komen.
Met de zomer ben ook jij verdwenen
En ik mis je verwijten
Waarvan de kruimels blijven dwarsliggen
Op de barricades van mijn beddengoed,
Waar elke nieuwe poging op stuk loopt
En een toekomst ooit binnen bereik
Nu ontbonden en verzwolgen.
woensdag 16 oktober 2013
Two days of Coe
Jonathan Coe - 's werelds beste schrijver als je het mij vraagt en tevens een hertog van Redonda - is in het land en dat zullen we hebben geweten. Twee avonden lang organiseert Passa Porta een evenement dat rond een van zijn romans draait, op 15 oktober is er de boekbespreking van de klassieker The Rotters' Club en de dag nadien presenteert hij zijn nagelnieuwe roman Expo 58 in het Atomium.
The Rotters' Club is het eerste deel van Jonathan Coe's tweeluik over de familie en vriendenkring van ene Benjamin Trotter. Op 15 oktober komen Jonathan Coe, vijftien lezers en Steven Van Ammel samen in de boekenwinkel van Passa Porta om de roman te bespreken. Coe begint met het voorlezen van de eerste passage uit het eerste hoofdstuk, een huiselijk tafereel in de jaren zeventig waarin de familie Trotter knus bij elkaar in de woonkamer zit, elk met zijn of haar eigen bezigheden. Zo is Lois Trotter druk op zoek naar een vent en rollen haar ogen over de best hilarische zoekertjes. Het is zo dat ze uiteindelijk haar Hairy Guy leert kennen. Coe had dit fragment zelf al tien jaar niet meer gelezen!
Hij begon aan het verhaal in 1997 en in de lente van 2000, ongeveer rond de periode waarin deel 2 The Closed Circle zich afspeelt, was het boek af. Aanvankelijk wou de schrijver zes boeken schrijven, die elk een onderdeel zouden uitmaken van een gesloten cirkel, niet alleen thematisch maar ook als je de boeken effectief naast elkaar legt, zouden ze een cirkel vormen. Dat idee heeft hij uiteindelijk laten schieten, al blijft er vormelijk en thematisch wel nog iets van over. Beide boeken bevatten een hoofdstuk dat de naam draagt van een nummer van de High Llamas, en waar The Rotters' Club oplopende hoofdstuknummers heeft, lopen die van The Closed Circle dan weer af. Coe wou nog maar eens duidelijk zijn: het tweede boek is niet het vervolg op het eerste en beide romans moeten dus als één geheel worden beschouwd, zij het met een twintigtal jaren ertussen. Heel wat critici zagen het geheel trouwens als een soort van conceptboek en vergeleken het met de conceptalbums van de progrockbands waar Jonathan Coe - en personages Benjamin Trotter en Philip Chase - zo'n fan van zijn, al was dit zeker niet de bedoeling. De titel The Rotters' Club verwijst natuurlijk naar het gelijknamige album van Hatfield & The North, wat Steven Van Ammel verschrikkelijke muziek vindt.
Eigenlijk begon Jonathan Coe al in zijn tienerjaren te schrijven aan een verhaal dat zich op zijn school afspeelt. Geen letter is hiervan in The Rotters' Club beland en het werk heeft de tijd niet overleefd, maar in de jaren negentig kwam Coe dus weer op dit idee. Tevens was er eind jaren '90 even een seventies revival in het Verenigd Koninkrijk, al vroeg Coe zich toen af of dit net geen schaduw zou werpen over zijn roman.
Gaandeweg in de interactieve boekbespreking, met veel inbreng van Steven en van de lezers, kwamen we enkele zaken te weten over de verhouding tussen Jonathan zelf en enkele van zijn personages. Benjamin Trotter is natuurlijk wie Jonathan Coe ongeveer was, terwijl Doug Anderton eerder de jongen was die hij had willen zijn. Voor Coe is Doug veel volwassener en veel bewuster over de politiek dan de best naïeve Benjamin. Jonathan luisterde erg veel naar progrock, terwijl ondertussen punk stevig in opmars was, zo ook op zijn school, waar er geregeld ruzie was over welke plaat mocht worden opgezet.
Ook al had Coe aanvankelijk niet de intentie, toch is The Rotters' Club een erg politiek boek. Nooit zijn de vakbonden zo machtig geweest als in de jaren zeventig in Engeland. Thatcher heeft dit alles met de grond gelijk gemaakt en Coe betreurt het dat veel mensen de schuld van Thatchers opkomst wijten aan de excessen van de vakbonden en wou met zijn roman deze pre-neoliberale periode dus veel positiever benaderen, om de mensen eraan te herinneren dat niet alles zo slecht was en dat er heel wat goede kanten aan de vakbonden waren zoals die zich toen manifesteerden. Dat doet hij door middel van het personage Bill Anderton, een vakbondsleider die een beetje als een held wordt afgeschilderd. Ondertussen lijkt deze periode bijna 'politiek exotisch' en er zijn nog heel wat mensen die hier met nostalgie aan terugdenken. Sinds Thatcher hebben de vakbonden nooit meer veel in de pap te brokken gehad. Andere onvermijdelijke politieke thema's van Groot-Brittannië eind jaren zeventig zijn het anti-Ierse klimaat (in de roman vooral op de werkvloer van de Longbridge fabriek) en de opkomst van het fascisme.
De film If blijkt een belangrijke invloed te zijn geweest op de roman, die niet alleen aanvankelijk niet politiek ging zijn maar ook niet als tienerroman bedoeld was. Toch vertellen enkele van de aanwezige Italiaanse lezers ons dat de roman een echte hit was onder Italiaanse jongeren. We gaan wat verder in op enkele specifieke aspecten van de roman en leren zo dat er heel wat semi-autobiografische elementen in de roman zitten: de crush op Cicely Boyd, het zwembroekincident... Ook wordt er even gegrapt dat het misschien geen toeval is dat het ettertje Paul Trotter in The Closed Circle een New Labour politicus wordt.
De twee passages die de meeste tegenstand kregen, waren het hoofdstuk dat zich in Skagen afspeelt en de laatste zin in het deel 'Green Coaster', dat trouwens de langste zin uit de Engelstalige literatuur is, een veertigtal pagina's telt en daarmee onder meer James Joyce ver achter zich laat. Zoals Steven Van Ammel het zag, was de passage in Denemarken een soort van enorme stilte na de gruwelijke storm die de lezer op het einde van het vorige hoofdstuk moest verwerken: de bomaanslag in het café waarin twee van zijn of haar ondertussen favoriete personages elkaar net ten huwelijk hadden gevraagd. Het nummer 'I Get a Kick Out Of You' leek Coe de perfecte soundtrack voor deze emotioneel geladen passage, die de lezer van de ene uiterste emotie in de andere stort. Voor de BBC-bewerking waren niet alle medewerkers aan de serie hier even tevreden over, maar uiteindelijk werd dit nummer toch gebruikt, aangezien de regisseur zo dicht mogelijk bij het boek wou blijven.
Een zeer interessante discussie was die over het door de pers vermeende vierde lid van de vriendenkring: Sean Harding. De meeste lezers zien de roman als het verhaal van Benjamin, Philip en Doug, mogelijk met Claire Newman als 'vierde musketier', maar Harding is zonder twijfel een buitenstaander. Deze clown doet al in de eerste roman vermoeden dat hij mogelijk extreem-rechtse sympathieën heeft, al lijkt het bijna altijd voor de grap te zijn. In de tweede roman wordt dit op nogal pijnlijke manier bevestigd. Een van de manieren waarop Harding zich als conservatief en als racist manifesteert is via zijn fictieve spreekbuis Arthur Pusey-Hamilton en diens satirische opiniestukjes in de Billboard, het schoolkrantje. Jonathan Coe kwam op het idee toen hij logeerde in een van de Landmark Trust gastverblijven in Engeland. Hij schreef zelf onder deze naam in de logboeken waarin gasten hun appreciatie kunnen neerpennen. Hardings fictieve schrijver is eigenlijk een soort van parodie op rechtse commentatoren die wekelijks in hun pen kruipen om een nieuw fenomeen in de maatschappij aan te klagen vanuit hun conservatieve schelp. Jonathan Coe was al van in het begin van plan om van Harding in de jaren 2000 een extreem-rechts boegbeeld te maken, maar nu vindt hij het misschien toch een tikkeltje jammer, want er zat meer in dat personage.
Naar het einde toe valt de vraag of er nog personages in latere romans zullen terugkomen. Benjamin Trotter is zeker een optie. Ook vermeldt Coe hoofdstuk nul van The Rotters' Club, dat over het einde van de Longbridge fabriek gaat, kort na haar vermeende redding. Het gaat nog even over de humor in Coe's romans, vaak vlak na zeer ontroerende of pijnlijke passages. De schrijver, die voor mij ook qua humor bij de top zit, praat over de lange traditie van satire en van humor in de Britse cultuurgeschiedenis en vermeldt enkele van zijn invloeden.
Na de bespreking praat ik nog even met hem na. Hij kent me nog van onze korte ontmoeting in Gent drie jaar geleden en van zijn online Messageboard, dat helaas wat minder actief is op het moment. Misschien, zei hij, moet ik Expo 58 lezen en er een interessante visie over posten, zodat er weer een literaire discussie kan worden aangewakkerd, of waarom vertaal ik niet een stuk van mijn eigen roman naar het Engels. Ook wil hij mijn thesis lezen, die over de karakterisering van Cicely Boyd in beide romans gaat.
Morgenavond volgt er alweer een zeer bijzonder evenement omtrent Jonathan Coe. Dan stelt de grootmeester zijn nieuwste roman Expo 58 - dat zich afspeelt op de Wereldtentoonstelling in 1958 in Brussel en dat zelfs op het einde een passage over Antwerpen heeft, jawel - voor IN het Atomium. Alweer iets om (nog kort) naar uit te kijken in elk geval!
De regen klettert tegen de blauw oplichtende bollen van het Atomium wanneer ik me de open vlakte van het parkeerterrein over haast, op weg naar beschutting in dit opmerkelijke 55 jaar oude bouwwerk. Jonathan Coe stelt er vanavond zijn nieuwste roman Expo 58 voor en er is werkelijk geen plek op aarde die daar geschikter voor is dan het Atomium zelf.
Het boek vertelt het verhaal van de Engelsman Thomas Foley, een bediende die op de Britse informatiedienst werkt en de speciale missie krijgt om op de Wereldtentoonstelling in Brussel een oogje in het zuil te gaan houden in de Britannia, de bar van het Britse paviljoen. We schrijven 1958 en de Koude Oorlog zit zowat op haar hoogtepunt. Het is dan ook geen verrassing dat het op het terrein wemelt van de spionnen. Zelf wordt Thomas ook geschaduwd door zijn eigen dienst. Twee mannen houden hem nauwgezet in de gaten om hem er voortdurend aan te herinneren dat Thomas zijn land moet dienen.
Na een korte introductie begint Annelies Beck uit de Nederlandse vertaling, die net af is, voor te lezen, waarna Coe in het Engels verder gaat. Het gaat om een zeer komische passage uit het hoofdstuk 'The British Are Part Of Europe', waarin Thomas Foley, James Gardner, Ilke Scheers en Roger Braintree aan tafel zitten. Hier wordt vooral de van nature eerder conservatieve Britishness op hilarische en speelse manier door het slijk gehaald, en komen ook de verschillen tussen de Continentale en de Britse manier van denken aan bod. Wat de roman ook zou uitstralen, is een aura van namaak, van ersatz. De Wereldtentoonstelling stapelde cliché op cliché om zo de bezoekers, naast een catalogus en blauwdruk van hoe de wereld er in de toekomst zou uitzien, ook een authentiek beeld te geven van elk deelnemend land, dit door zwaar te focussen op de cliché's die bij veel mensen in die tijd al tussen hun twee oren leefden. Duitsland werd dan wellicht een soort van pittoresk en sprookjesachtig Beieren, met alle schattige vakwerkhuisjes, café's met versierde uithangborden en tooghangers in traditionele klederdracht die de bierpullen vrolijk hoog de lucht in zwaaien. Eigenlijk moet het iets weg hebben gehad van Bokrijk, een vermeende tijdreis naar hoe Vlaanderen er 100 jaar geleden uit moet hebben gezien, met iedereen mooi verkleed in de toenmalige plunjes, maar met weggestopte gsm's en smartphones die elk moment de authentieke ruimte met ringtones kunnen vullen. Coe haalt kort een gelijkaardige anecdote aan van zijn bezoek aan een dergelijk openluchtmuseum in Aarhus.
Jonathan Coe was lange tijd artist in residence in Passa Porta en heeft gedurende die periode een groot stuk van zijn boek geschreven. Ook maakte hij ervan gebruik om de randgemeenten van Brussel te verkennen om zo meer over de streek te weten te komen. Het is dan ook een erg 'Belgische' roman, met heel wat historische feitjes en plaatsnamen, en het is duidelijk dat Coe zijn huiswerk heeft gemaakt. Tegelijkertijd gaat deze roman niet over België, dat dus niet. Het is volgens de schrijver zijn roman die het best omschrijft of refereert aan wat het is om Brits - of specifieker, Engels - te zijn. Dit boek gaat over een Engeland in de greep van de Koude Oorlog, waar klasseverschil en rolpatronen nog steeds het land grotendeels bepalen. En zeggen dat ook de koningin wel eens een wc moet benuttigen, kan al helemaal niet.
De toekomst zag er veelbelovend uit op deze Wereldtentoonstellingen. Alles wat nieuw of modern was, werd bejubeld en op handen gedragen. De Wereldtentoonstelling moest mensen met verstomming slaan, ze uitnodigen tot massaconsumptie, ze indoctrineren in de onstuimige passie voor vooruitgang, technologie en de toekomst. Met Expo 58 laat Coe zien dat de toekomst, ons heden, wel eventjes anders is uitgedraaid. In plaats van meer welvaart te creëren voor iedereen, is de kloof tussen rijk en arm alleen maar groter geworden. Elementen als klimaatsverandering, opwarming van de aarde, bevolkingsexplosie lagen nog niet op de tafel van de meest dringende problemen. Hoe snel de tijden kunnen veranderen... De Wereldtentoonstelling bestaat trouwens nog steeds, maar is eigenlijk niet meer van deze tijd.
Na de voorstelling volgt een vragenronde en achteraf signeert Jonathan Coe nog enkele boeken. Binnen enkele dagen zal ik eindelijk in Expo 58 kunnen beginnen. Het is van Maxwell Sim geleden dat ik me nog op een van zijn werken heb gestort en eindelijk zal de honger naar meer worden gestild. Een groot deel van het plezier ligt in het uitkijken naar het moment dat ik het boek eindelijk kan openen en het beginnen verslinden. De nieuwste Coe is er en dat is een zeer belangrijke reden om te vieren! Dat deden we vanavond, in het Atomium, of all places. Heerlijke avond.
The Rotters' Club is het eerste deel van Jonathan Coe's tweeluik over de familie en vriendenkring van ene Benjamin Trotter. Op 15 oktober komen Jonathan Coe, vijftien lezers en Steven Van Ammel samen in de boekenwinkel van Passa Porta om de roman te bespreken. Coe begint met het voorlezen van de eerste passage uit het eerste hoofdstuk, een huiselijk tafereel in de jaren zeventig waarin de familie Trotter knus bij elkaar in de woonkamer zit, elk met zijn of haar eigen bezigheden. Zo is Lois Trotter druk op zoek naar een vent en rollen haar ogen over de best hilarische zoekertjes. Het is zo dat ze uiteindelijk haar Hairy Guy leert kennen. Coe had dit fragment zelf al tien jaar niet meer gelezen!
Hij begon aan het verhaal in 1997 en in de lente van 2000, ongeveer rond de periode waarin deel 2 The Closed Circle zich afspeelt, was het boek af. Aanvankelijk wou de schrijver zes boeken schrijven, die elk een onderdeel zouden uitmaken van een gesloten cirkel, niet alleen thematisch maar ook als je de boeken effectief naast elkaar legt, zouden ze een cirkel vormen. Dat idee heeft hij uiteindelijk laten schieten, al blijft er vormelijk en thematisch wel nog iets van over. Beide boeken bevatten een hoofdstuk dat de naam draagt van een nummer van de High Llamas, en waar The Rotters' Club oplopende hoofdstuknummers heeft, lopen die van The Closed Circle dan weer af. Coe wou nog maar eens duidelijk zijn: het tweede boek is niet het vervolg op het eerste en beide romans moeten dus als één geheel worden beschouwd, zij het met een twintigtal jaren ertussen. Heel wat critici zagen het geheel trouwens als een soort van conceptboek en vergeleken het met de conceptalbums van de progrockbands waar Jonathan Coe - en personages Benjamin Trotter en Philip Chase - zo'n fan van zijn, al was dit zeker niet de bedoeling. De titel The Rotters' Club verwijst natuurlijk naar het gelijknamige album van Hatfield & The North, wat Steven Van Ammel verschrikkelijke muziek vindt.
Eigenlijk begon Jonathan Coe al in zijn tienerjaren te schrijven aan een verhaal dat zich op zijn school afspeelt. Geen letter is hiervan in The Rotters' Club beland en het werk heeft de tijd niet overleefd, maar in de jaren negentig kwam Coe dus weer op dit idee. Tevens was er eind jaren '90 even een seventies revival in het Verenigd Koninkrijk, al vroeg Coe zich toen af of dit net geen schaduw zou werpen over zijn roman.
Gaandeweg in de interactieve boekbespreking, met veel inbreng van Steven en van de lezers, kwamen we enkele zaken te weten over de verhouding tussen Jonathan zelf en enkele van zijn personages. Benjamin Trotter is natuurlijk wie Jonathan Coe ongeveer was, terwijl Doug Anderton eerder de jongen was die hij had willen zijn. Voor Coe is Doug veel volwassener en veel bewuster over de politiek dan de best naïeve Benjamin. Jonathan luisterde erg veel naar progrock, terwijl ondertussen punk stevig in opmars was, zo ook op zijn school, waar er geregeld ruzie was over welke plaat mocht worden opgezet.
Ook al had Coe aanvankelijk niet de intentie, toch is The Rotters' Club een erg politiek boek. Nooit zijn de vakbonden zo machtig geweest als in de jaren zeventig in Engeland. Thatcher heeft dit alles met de grond gelijk gemaakt en Coe betreurt het dat veel mensen de schuld van Thatchers opkomst wijten aan de excessen van de vakbonden en wou met zijn roman deze pre-neoliberale periode dus veel positiever benaderen, om de mensen eraan te herinneren dat niet alles zo slecht was en dat er heel wat goede kanten aan de vakbonden waren zoals die zich toen manifesteerden. Dat doet hij door middel van het personage Bill Anderton, een vakbondsleider die een beetje als een held wordt afgeschilderd. Ondertussen lijkt deze periode bijna 'politiek exotisch' en er zijn nog heel wat mensen die hier met nostalgie aan terugdenken. Sinds Thatcher hebben de vakbonden nooit meer veel in de pap te brokken gehad. Andere onvermijdelijke politieke thema's van Groot-Brittannië eind jaren zeventig zijn het anti-Ierse klimaat (in de roman vooral op de werkvloer van de Longbridge fabriek) en de opkomst van het fascisme.
De film If blijkt een belangrijke invloed te zijn geweest op de roman, die niet alleen aanvankelijk niet politiek ging zijn maar ook niet als tienerroman bedoeld was. Toch vertellen enkele van de aanwezige Italiaanse lezers ons dat de roman een echte hit was onder Italiaanse jongeren. We gaan wat verder in op enkele specifieke aspecten van de roman en leren zo dat er heel wat semi-autobiografische elementen in de roman zitten: de crush op Cicely Boyd, het zwembroekincident... Ook wordt er even gegrapt dat het misschien geen toeval is dat het ettertje Paul Trotter in The Closed Circle een New Labour politicus wordt.
De twee passages die de meeste tegenstand kregen, waren het hoofdstuk dat zich in Skagen afspeelt en de laatste zin in het deel 'Green Coaster', dat trouwens de langste zin uit de Engelstalige literatuur is, een veertigtal pagina's telt en daarmee onder meer James Joyce ver achter zich laat. Zoals Steven Van Ammel het zag, was de passage in Denemarken een soort van enorme stilte na de gruwelijke storm die de lezer op het einde van het vorige hoofdstuk moest verwerken: de bomaanslag in het café waarin twee van zijn of haar ondertussen favoriete personages elkaar net ten huwelijk hadden gevraagd. Het nummer 'I Get a Kick Out Of You' leek Coe de perfecte soundtrack voor deze emotioneel geladen passage, die de lezer van de ene uiterste emotie in de andere stort. Voor de BBC-bewerking waren niet alle medewerkers aan de serie hier even tevreden over, maar uiteindelijk werd dit nummer toch gebruikt, aangezien de regisseur zo dicht mogelijk bij het boek wou blijven.
Naar het einde toe valt de vraag of er nog personages in latere romans zullen terugkomen. Benjamin Trotter is zeker een optie. Ook vermeldt Coe hoofdstuk nul van The Rotters' Club, dat over het einde van de Longbridge fabriek gaat, kort na haar vermeende redding. Het gaat nog even over de humor in Coe's romans, vaak vlak na zeer ontroerende of pijnlijke passages. De schrijver, die voor mij ook qua humor bij de top zit, praat over de lange traditie van satire en van humor in de Britse cultuurgeschiedenis en vermeldt enkele van zijn invloeden.
Na de bespreking praat ik nog even met hem na. Hij kent me nog van onze korte ontmoeting in Gent drie jaar geleden en van zijn online Messageboard, dat helaas wat minder actief is op het moment. Misschien, zei hij, moet ik Expo 58 lezen en er een interessante visie over posten, zodat er weer een literaire discussie kan worden aangewakkerd, of waarom vertaal ik niet een stuk van mijn eigen roman naar het Engels. Ook wil hij mijn thesis lezen, die over de karakterisering van Cicely Boyd in beide romans gaat.
Morgenavond volgt er alweer een zeer bijzonder evenement omtrent Jonathan Coe. Dan stelt de grootmeester zijn nieuwste roman Expo 58 - dat zich afspeelt op de Wereldtentoonstelling in 1958 in Brussel en dat zelfs op het einde een passage over Antwerpen heeft, jawel - voor IN het Atomium. Alweer iets om (nog kort) naar uit te kijken in elk geval!
Het boek vertelt het verhaal van de Engelsman Thomas Foley, een bediende die op de Britse informatiedienst werkt en de speciale missie krijgt om op de Wereldtentoonstelling in Brussel een oogje in het zuil te gaan houden in de Britannia, de bar van het Britse paviljoen. We schrijven 1958 en de Koude Oorlog zit zowat op haar hoogtepunt. Het is dan ook geen verrassing dat het op het terrein wemelt van de spionnen. Zelf wordt Thomas ook geschaduwd door zijn eigen dienst. Twee mannen houden hem nauwgezet in de gaten om hem er voortdurend aan te herinneren dat Thomas zijn land moet dienen.
Na een korte introductie begint Annelies Beck uit de Nederlandse vertaling, die net af is, voor te lezen, waarna Coe in het Engels verder gaat. Het gaat om een zeer komische passage uit het hoofdstuk 'The British Are Part Of Europe', waarin Thomas Foley, James Gardner, Ilke Scheers en Roger Braintree aan tafel zitten. Hier wordt vooral de van nature eerder conservatieve Britishness op hilarische en speelse manier door het slijk gehaald, en komen ook de verschillen tussen de Continentale en de Britse manier van denken aan bod. Wat de roman ook zou uitstralen, is een aura van namaak, van ersatz. De Wereldtentoonstelling stapelde cliché op cliché om zo de bezoekers, naast een catalogus en blauwdruk van hoe de wereld er in de toekomst zou uitzien, ook een authentiek beeld te geven van elk deelnemend land, dit door zwaar te focussen op de cliché's die bij veel mensen in die tijd al tussen hun twee oren leefden. Duitsland werd dan wellicht een soort van pittoresk en sprookjesachtig Beieren, met alle schattige vakwerkhuisjes, café's met versierde uithangborden en tooghangers in traditionele klederdracht die de bierpullen vrolijk hoog de lucht in zwaaien. Eigenlijk moet het iets weg hebben gehad van Bokrijk, een vermeende tijdreis naar hoe Vlaanderen er 100 jaar geleden uit moet hebben gezien, met iedereen mooi verkleed in de toenmalige plunjes, maar met weggestopte gsm's en smartphones die elk moment de authentieke ruimte met ringtones kunnen vullen. Coe haalt kort een gelijkaardige anecdote aan van zijn bezoek aan een dergelijk openluchtmuseum in Aarhus.
Jonathan Coe was lange tijd artist in residence in Passa Porta en heeft gedurende die periode een groot stuk van zijn boek geschreven. Ook maakte hij ervan gebruik om de randgemeenten van Brussel te verkennen om zo meer over de streek te weten te komen. Het is dan ook een erg 'Belgische' roman, met heel wat historische feitjes en plaatsnamen, en het is duidelijk dat Coe zijn huiswerk heeft gemaakt. Tegelijkertijd gaat deze roman niet over België, dat dus niet. Het is volgens de schrijver zijn roman die het best omschrijft of refereert aan wat het is om Brits - of specifieker, Engels - te zijn. Dit boek gaat over een Engeland in de greep van de Koude Oorlog, waar klasseverschil en rolpatronen nog steeds het land grotendeels bepalen. En zeggen dat ook de koningin wel eens een wc moet benuttigen, kan al helemaal niet.
De toekomst zag er veelbelovend uit op deze Wereldtentoonstellingen. Alles wat nieuw of modern was, werd bejubeld en op handen gedragen. De Wereldtentoonstelling moest mensen met verstomming slaan, ze uitnodigen tot massaconsumptie, ze indoctrineren in de onstuimige passie voor vooruitgang, technologie en de toekomst. Met Expo 58 laat Coe zien dat de toekomst, ons heden, wel eventjes anders is uitgedraaid. In plaats van meer welvaart te creëren voor iedereen, is de kloof tussen rijk en arm alleen maar groter geworden. Elementen als klimaatsverandering, opwarming van de aarde, bevolkingsexplosie lagen nog niet op de tafel van de meest dringende problemen. Hoe snel de tijden kunnen veranderen... De Wereldtentoonstelling bestaat trouwens nog steeds, maar is eigenlijk niet meer van deze tijd.
Na de voorstelling volgt een vragenronde en achteraf signeert Jonathan Coe nog enkele boeken. Binnen enkele dagen zal ik eindelijk in Expo 58 kunnen beginnen. Het is van Maxwell Sim geleden dat ik me nog op een van zijn werken heb gestort en eindelijk zal de honger naar meer worden gestild. Een groot deel van het plezier ligt in het uitkijken naar het moment dat ik het boek eindelijk kan openen en het beginnen verslinden. De nieuwste Coe is er en dat is een zeer belangrijke reden om te vieren! Dat deden we vanavond, in het Atomium, of all places. Heerlijke avond.
donderdag 10 oktober 2013
Ballonnenvrees trekt naar De Kleine Hedonist!
30 oktober 2013. Schrijf die datum alvast in je agenda! De vierde Ballonnenvrees is dan een feit, en wel in De Kleine Hedonist, het meest sexy café van Antwerpen!
Het wordt ook een beetje een sexy editie, niet alleen omdat half Nederland naar De Hedonist komt maar ook omdat we Von Solo's eersteling Dood Aan de Powezie!, een bloedstollende, huiveringwekkende, zwaar op de maag liggende maar vooral zeer genietbare kortfilm, aan u in avant-première zullen voorstellen!
Verder hebben we poëzie met:
Tryggve Bauweraerts
Christa de Koning
Von Solo
Nancy Meelen
Derrel Niemeijer
Stefan Heulot
Jef Louisa Versmissen
Esther Porcelijn
Akim A.J. Willems
Gert Vanlerberghe;
Stand-up comedy door Arnold QuartjeNeger;
Slam met Letterfretter Mike;
Proza met Gert Vanlerberghe;
En U als publiek!
Het wordt ook een beetje een sexy editie, niet alleen omdat half Nederland naar De Hedonist komt maar ook omdat we Von Solo's eersteling Dood Aan de Powezie!, een bloedstollende, huiveringwekkende, zwaar op de maag liggende maar vooral zeer genietbare kortfilm, aan u in avant-première zullen voorstellen!
Verder hebben we poëzie met:
Tryggve Bauweraerts
Christa de Koning
Von Solo
Nancy Meelen
Derrel Niemeijer
Stefan Heulot
Jef Louisa Versmissen
Esther Porcelijn
Akim A.J. Willems
Gert Vanlerberghe;
Stand-up comedy door Arnold QuartjeNeger;
Slam met Letterfretter Mike;
Proza met Gert Vanlerberghe;
En U als publiek!
Artwork door Anke Verret!
Ballonnenvrees 9 oktober 2013
Ondertussen zit ook onze derde editie van Ballonnenvrees, alweer in 't Werkhuys, erop! Het was een bijzonder geslaagde editie waar heel wat volk op is afgekomen. Een overzicht!
Daar we deze keer wat wilden experimenteren met andere genres en kunstvormen, en dus niet enkel poëzie en proza, om het hele gebeuren meerdere dimensies te geven, was er deze avond een gezonde mix van poëzie, proza, slam, comedy, cabaret en zelfs beeldende kunst. Poëzie predomineerde het eerste deel, terwijl het tweede deel, na de welverdiende pauze voor het zeer aandachtige en haast muisstille publiek, een muzikaal festijn werd in een Werkhuys dat ondertussen vol was getekend door kunstenaars Bert Lézy en Idris Sevenans. Live kunst maken doet het altijd goed en dat merkten we op het einde van de avond, bij het veilen van de tekeningen maar al te goed!
Gert Vanlerberghe, presentator en organisator, begon met enkele van zijn gedichten voor te lezen, waaronder 'Gitaarmeisje', dat hij de avond voordien nog op Studio Brussel had gebracht. Hij werd opgevolgd door Vincent Van Meerbeeck, voor de tweede keer op Ballonnenvrees, en eigenlijk was dit ook gewoon zijn tweede optreden tout court. Hij bracht één knap geschreven gedicht. You On Stage- en all-round organisator én entertainer Yannick Moyson mochten we ook al met het Bochelprincipe verwelkomen op de vorige edite, in juni. Deze keer stond hij er alleen. Hij vuurde enkele gloednieuwe gedichten op ons af en ook zijn 'hit' kwam aan bod. Altijd een straffe performer!
Even een pauze van al dat poëtisch geweld met een grote hap uit Liesbeth Aerts' kortverhaal in de maak. Samen met onder meer Tom Driesen en Charlotte Van den Broeck, ook ooit Ballonnenvrezers, zit ze bij het Turnhouts dichterscollectief Dichterbij. Meer proza volgde wanneer Gert Vanlerberghe, naar goede traditie, enkele passages uit zijn roman Als een Ballon bracht.
Voor de pauze hadden we nog een uitblinker van formaat, de Mon, of gewoon Simon Den Haerynck, van Eigen Wolk Eerst, bekend om zijn duizelingwekkende slams, waarin hij ondermeer de Kracht van Verandering hekelt en een ode aan de Plantijn-Moretuslei brengt. Ondertussen had Bert Lézy al het halve podium vol geklad en dansten vliegende ballonnen in de lucht. Voor het publiek zich te goed kon gaan doen aan taart en broodpudding, wakkerde schrijver en kunstenaar Idris Sevenans de eetlust nog wat aan met enkele leuke losse prozatekstjes uit zijn werk in wording Slimmer Dan Platte Kaas. Het woord 'stront' viel echter relatief vaak, maar ook het thema voedsel kwam rijkelijk aan bod. Misschien twee aspecten van ons dagelijkse leven dat we niet in onmiddellijke relatie met elkaar wensen te zien.
Na de pauze was het tijd voor een stevig potje stand-up comedy, met Tom Du Four, graag geziene gast op You On Stage en elders en erg tot bijzonder grappig. Hij probeerde wat nieuw materiaal uit op het Ballonnenvreespubliek, zonder zijn klassiekers (het hilarische Astrid Bryan Drinkspel bijvoorbeeld) te vergeten. Cabaretière Ann Kenis mochten we voor een tweede keer op rij op Ballonnenvrees verwelkomen. Ze bracht twee liedjes op de piano, waaronder de hit - laten we niet bescheiden zijn - 'Kringloopwinkelvrouw', ondanks het zeer genietbare nieuwe werk toch weer het hoogtepunt van haar set. Verder ging het ook nog over Sneeuwwitje en zeven vunzige dwergen en over hoe overbodig seks eigenlijk is. En het luipaard, pardon tijger, dat al heel de tijd het podium domineerde, werd heel eventjes een konijn. Geslaagd optreden van deze pianiste met ballonnenvrees!
Gerts zus Dorien Vanlerberghe speelt bij de improvisatiegroep Kroket, die op andere woensdagen in de maand in 't Werkhuys hun ding komen doen. Vandaag stond ze voor het eerst op het podium met een gedicht. Ze had een ballon in haar haar geknoopt, maar veel konden we er niet van zien, want ze vroeg ons om allemaal onze ogen toe te doen. Toen las ze een donker gedicht voor en toen we onze ogen openden, was ze zowaar verdwenen! Op Idris en Bert na stond niemand meer op het podium. Een schitterende verdwijntruc die we gewoon gemist hebben!
Vervolgens Brusselaar Nabil Khazzaka, die een jaar geleden It's Hot! It's Hot! It's Hot!, zijn debuutplaat uitbracht. Na het voorlezen van een best komische tekst uit de Marie-Claire, over het misbruik van spermastalen zowaar, zette hij zich achter de piano. Wat volgde, was een bloedmooie versie van 'Please Come Back'. Eventjes werd het heel stil in onze muzikale harten.
En net nu de avond al naar ongekende hoogtes piekte, gooiden we er nog één laatste performance bovenop: de try-out van de nagelnieuwe show van actrice en regisseur Aafke Bruining, begeleid door vermaard pianist Martinus Wolf. Het stuk heet 'Café Holle' en Aafke en Martin toverden 't Werkhuys een kwartier lang om in een sprookjescafé met alle nodige ingrediënten. Aanradertje, deze show! En wij hebben haar voor het eerst mogen aanhoren.
Kortom, Ballonnenvrees was weer om van te smullen. Hoe kan dat ook anders, met zulke gasten. Bedankt artiesten, bedankt publiek, bedankt 't Werkhuys! Op 30 oktober hebben we de vierde Ballonnenvrees, deze keer in De Kleine Hedonist, met wederom poëzie, proza, comedy en zelfs de avant-première van Von Solo's kortfilm Dood Aan de Powezie! Niet te missen!
Foto's door Roxanne Geerts
Daar we deze keer wat wilden experimenteren met andere genres en kunstvormen, en dus niet enkel poëzie en proza, om het hele gebeuren meerdere dimensies te geven, was er deze avond een gezonde mix van poëzie, proza, slam, comedy, cabaret en zelfs beeldende kunst. Poëzie predomineerde het eerste deel, terwijl het tweede deel, na de welverdiende pauze voor het zeer aandachtige en haast muisstille publiek, een muzikaal festijn werd in een Werkhuys dat ondertussen vol was getekend door kunstenaars Bert Lézy en Idris Sevenans. Live kunst maken doet het altijd goed en dat merkten we op het einde van de avond, bij het veilen van de tekeningen maar al te goed!
Gert Vanlerberghe, presentator en organisator, begon met enkele van zijn gedichten voor te lezen, waaronder 'Gitaarmeisje', dat hij de avond voordien nog op Studio Brussel had gebracht. Hij werd opgevolgd door Vincent Van Meerbeeck, voor de tweede keer op Ballonnenvrees, en eigenlijk was dit ook gewoon zijn tweede optreden tout court. Hij bracht één knap geschreven gedicht. You On Stage- en all-round organisator én entertainer Yannick Moyson mochten we ook al met het Bochelprincipe verwelkomen op de vorige edite, in juni. Deze keer stond hij er alleen. Hij vuurde enkele gloednieuwe gedichten op ons af en ook zijn 'hit' kwam aan bod. Altijd een straffe performer!
Even een pauze van al dat poëtisch geweld met een grote hap uit Liesbeth Aerts' kortverhaal in de maak. Samen met onder meer Tom Driesen en Charlotte Van den Broeck, ook ooit Ballonnenvrezers, zit ze bij het Turnhouts dichterscollectief Dichterbij. Meer proza volgde wanneer Gert Vanlerberghe, naar goede traditie, enkele passages uit zijn roman Als een Ballon bracht.
Voor de pauze hadden we nog een uitblinker van formaat, de Mon, of gewoon Simon Den Haerynck, van Eigen Wolk Eerst, bekend om zijn duizelingwekkende slams, waarin hij ondermeer de Kracht van Verandering hekelt en een ode aan de Plantijn-Moretuslei brengt. Ondertussen had Bert Lézy al het halve podium vol geklad en dansten vliegende ballonnen in de lucht. Voor het publiek zich te goed kon gaan doen aan taart en broodpudding, wakkerde schrijver en kunstenaar Idris Sevenans de eetlust nog wat aan met enkele leuke losse prozatekstjes uit zijn werk in wording Slimmer Dan Platte Kaas. Het woord 'stront' viel echter relatief vaak, maar ook het thema voedsel kwam rijkelijk aan bod. Misschien twee aspecten van ons dagelijkse leven dat we niet in onmiddellijke relatie met elkaar wensen te zien.
Na de pauze was het tijd voor een stevig potje stand-up comedy, met Tom Du Four, graag geziene gast op You On Stage en elders en erg tot bijzonder grappig. Hij probeerde wat nieuw materiaal uit op het Ballonnenvreespubliek, zonder zijn klassiekers (het hilarische Astrid Bryan Drinkspel bijvoorbeeld) te vergeten. Cabaretière Ann Kenis mochten we voor een tweede keer op rij op Ballonnenvrees verwelkomen. Ze bracht twee liedjes op de piano, waaronder de hit - laten we niet bescheiden zijn - 'Kringloopwinkelvrouw', ondanks het zeer genietbare nieuwe werk toch weer het hoogtepunt van haar set. Verder ging het ook nog over Sneeuwwitje en zeven vunzige dwergen en over hoe overbodig seks eigenlijk is. En het luipaard, pardon tijger, dat al heel de tijd het podium domineerde, werd heel eventjes een konijn. Geslaagd optreden van deze pianiste met ballonnenvrees!
Gerts zus Dorien Vanlerberghe speelt bij de improvisatiegroep Kroket, die op andere woensdagen in de maand in 't Werkhuys hun ding komen doen. Vandaag stond ze voor het eerst op het podium met een gedicht. Ze had een ballon in haar haar geknoopt, maar veel konden we er niet van zien, want ze vroeg ons om allemaal onze ogen toe te doen. Toen las ze een donker gedicht voor en toen we onze ogen openden, was ze zowaar verdwenen! Op Idris en Bert na stond niemand meer op het podium. Een schitterende verdwijntruc die we gewoon gemist hebben!
Vervolgens Brusselaar Nabil Khazzaka, die een jaar geleden It's Hot! It's Hot! It's Hot!, zijn debuutplaat uitbracht. Na het voorlezen van een best komische tekst uit de Marie-Claire, over het misbruik van spermastalen zowaar, zette hij zich achter de piano. Wat volgde, was een bloedmooie versie van 'Please Come Back'. Eventjes werd het heel stil in onze muzikale harten.
En net nu de avond al naar ongekende hoogtes piekte, gooiden we er nog één laatste performance bovenop: de try-out van de nagelnieuwe show van actrice en regisseur Aafke Bruining, begeleid door vermaard pianist Martinus Wolf. Het stuk heet 'Café Holle' en Aafke en Martin toverden 't Werkhuys een kwartier lang om in een sprookjescafé met alle nodige ingrediënten. Aanradertje, deze show! En wij hebben haar voor het eerst mogen aanhoren.
Kortom, Ballonnenvrees was weer om van te smullen. Hoe kan dat ook anders, met zulke gasten. Bedankt artiesten, bedankt publiek, bedankt 't Werkhuys! Op 30 oktober hebben we de vierde Ballonnenvrees, deze keer in De Kleine Hedonist, met wederom poëzie, proza, comedy en zelfs de avant-première van Von Solo's kortfilm Dood Aan de Powezie! Niet te missen!
Foto's door Roxanne Geerts
woensdag 9 oktober 2013
'Gitaarmeisje' op Studio Brussel
Voor de Grote Prijs Linde Merckpoel trok ik samen met mijn muziekbroeder Jeroen naar de VRT om daar op radiozender Studio Brussel een gedicht te komen voordragen, jawel.
Eerst kregen we overheerlijke gebakken bananen met rum en rozijnen voorgeschoteld van twee fairtrade dames en vervolgens was het aan mij. Na een kort interview mocht ik het recente gedicht 'Gitaarmeisje' door de micro spugen. Een waterval aan woorden, mooi ingestudeerd om het binnen de minuut te brengen en toch veel korter dan gepland.
Morgen verschijnt dit allemaal op de website van Studio Brussel en volgens mij kan je zelfs op mij stemmen.
Bekijk het filmpje HIER en STEM OP MIJ HIER!
Bedankt Linde!
Eerst kregen we overheerlijke gebakken bananen met rum en rozijnen voorgeschoteld van twee fairtrade dames en vervolgens was het aan mij. Na een kort interview mocht ik het recente gedicht 'Gitaarmeisje' door de micro spugen. Een waterval aan woorden, mooi ingestudeerd om het binnen de minuut te brengen en toch veel korter dan gepland.
Morgen verschijnt dit allemaal op de website van Studio Brussel en volgens mij kan je zelfs op mij stemmen.
Bekijk het filmpje HIER en STEM OP MIJ HIER!
Bedankt Linde!
zondag 6 oktober 2013
Rederijk Pepperplus in de Gouden Bal
De komende week treed ik maar liefst vier keer op en de spits werd afgebeten in het buitenland, op het maandelijkse Rederijk Pepperplus in De Gouden Bal in Eindhoven, waar ik iets meer dan een jaar geleden voor het eerst optrad. Derrel Niemeijer had een fijne namiddag in elkaar gebokst en de ene straffe dichter(es) volgde de andere. Ook was er fijne harpmuziek en Monique Hendriks nieuwe cabaretshow. Naast vele andere artiesten zal ook zij op B.@.M. (Beatfest at Movement) het podium bestijgen.
Bedankt Derrel Niemeijer, Nancy Van Meelen en alle anderen!
Foto's van Arie Van Der Ent
Bedankt Derrel Niemeijer, Nancy Van Meelen en alle anderen!
Foto's van Arie Van Der Ent
Komende optredens deze week:
7/10 vrijpodium You On Stage, Kavka, Antwerpen
8/10 De Grote Prijs Linde Merckpoel, Studio Brussel
9/10 Ballonnenvrees, 't Werkhuys, Borgerhout
12/10 De Sprekende Ezels, 't Pand, Turnhout
Gitaarmeisje
Aan een volledig fictief gitaarmeisje. Ofwel aan elk gitaarmeisje. Het is al gelijk. Dit is voor alle gitaarmeisjes die bestaan en alle gitaarmeisjes die niet bestaan. Want het zijn gitaarmeisjes. Hier een filmpje van een van de vele keren dat ik Gitaarmeisje nog zal voordragen.
Klinkers dresseren de klinkers,
je plosieven explosief en
je akkoorden gooien
de munt in het hinkspel,
klutsen al mijn hersencellen,
een storm in mijn broeierige brein.
Zing de zoete zomer uit je lijf,
leer je liedjes uit mijn hoofd,
toon me hoe je noten buigt,
bekoor mijn net- en trommelvlies
tot het einde der tijden
voor mijn part,
en jouw partituur
slaat een bres in mijn verlangen,
voedt tornado's aan mijn geest,
niet gestreeld maar geschud,
door elkaar en in elkaar,
vervolmaakt de symbiose
van mijn wereld en de jouwe,
ongebreideld, onbehouwen.
Laat je tong mijn oorschelp strelen,
als een laken door de wind.
Isobaren isoleren tevens
tevergeefse smachten,
en je nestelt klare klanken
diep in't dorre woekerwoud
van mijn teerbeminde wensen van
jij in mijn platenkast.
Abonneren op:
Posts (Atom)