Wie erbij was, zal zich de 117e editie van Ballonnenvrees herinneren als luid, chaotisch, gezellig en vooral legendarisch. Na 'Hades' van Gert Vanlerberghe opende Janan Daniëls met haar frappante watergedicht, zowel grappig als spitsvondig. Er was ook de haast van Ostaijeneske ode aan de levendige Kerkstraat, met de nodige onomatopeeën. Janan Daniëls is een meester-observator en dat hoor je. Van Maike Bretschneider kregen we 'Geluksvogels', 'De zeurder', 'Heimwee', 'Nacht' en 'Grenzen', over het gesplitste Duitsland. Soms haalde ze uit met haar woorden, soms waren ze een warme knuffel. Haar whiskeygedicht en haar duifgedicht 'Ontmoeting in het wassalon' zijn ondertussen twee evengreens. Meer ludieke en diepgaande gedichten van Friso Woudstra, zoals het heerlijke 'Ik geef taal'. Vervolgens zong hij een lied over dichterschap en las hij een speels gedicht bevolkt met Jehovah's.
Twee open mic'ers mochten het tweede deel openen. Marco Van Dyck droeg zijn aprilgedicht op aan een bevriende matroos. Je kon zo de zee in zijn woorden ruiken. Dan kwam het boze en vurige 'Klinken, drinken en glunderblinken', liefdevol opgedragen aan zijn vader, waarin hij een boze vuist zwaaide naar onze falende leiders. De obussen die ons om de oren vlogen. De wereldvrede die uitbleef. Olav van Heesch had een vijftal gedichten bij, waaronder 'Brief', 'De zee der vrijheid' en 'Als het even mag: kontje van de dag'. Ook bij hem ging het dus van luchtig naar gelaagd. Verder met de line-up en Rotterdamse kanjer Mark Boninsegna. Hij las 'Een beetje gek' en 'Dichtersbestaan' voor. Olav nam ons mee naar Lyon, Mark naar Charleville-Mézières, maar ook naar Parijs. 'Cimetière Père Lachaise' ging namelijk over neuken op het kerkhof. Met het schitterend bronstige 'Champagne supernova' waren we helemaal bij de pornopoëzie aanbeland. Hij eindigde met het kortste gedicht dat ooit werd geschreven en stak daarna Vondel de loef af.
Tijd voor muziek met Carlos Dyckmans en zijn triphop-/hiphop-band KOALA. Deze Antwerpse band gaf in het najaar en voorjaar al verschillende duo-optredens, telkens met een andere vocalist, en gaat deze zomer op mini-tournee door Antwerpen, zeg maar, met full band. Vanavond was het de beurt aan dichter-rapper Kam. We kregen spoken word en rap op een bedje van akoestische gitaar, nu eens flamenco, dan weer funky. KOALA is altijd al een kruispunt van genres geweest. Wat deze set verfrissend maakte, was dat de gitaarpartijen van KOALA waren en de lyrics van Kam. En die combinatie werd zeer gesmaakt. We kregen het ingetogen 'Waterlelie', het opzwepende 'Light it up', verder 'Oorlog in mijn hoofd'. Naast ijzersterke bars nam Kam ook één keer zijn gitaar vast en droeg het nummer op aan alle moeders. Het Antwerpse duo eindigde met een explosieve track. Café Boekowski maakte er een feestje van.
Deel drie opende sterk met singer-songwriter Fruto Hernandez, die net terug was van een wereldreis van 30 jaar. Hij opende met het gedicht 'Pedro' en trakteerde ons daarna op akoestische nummers over Antwerpen, waar hij 30 jaar terug vertoefde. Zo was er 'Eenmaal is scheepsrecht' over wiet in de Lange Beeldekensstraat, waarin hij schipperde tussen Manic Street Preachers en The Scene. De jaren negentig waren zeer aanwezig in zijn muziek. Hij sloot af met 'Eenzaam' en het plezante bluesy 'Lissabon'. Op de open mic mochten we William Roelant verwelkomen, met een door Ilja Leonard Pfeiffer geïnspireerde idylle waarin het vroor dat het kraakte en beren rondwaarden. Ken Post had het over zijn concert in The Crypt, een bar bij Colombia University, al die jaren geleden, en hierop volgde zijn gekende cappella nummer over atomic bomb baaabiiieees.
Tim Albus koos deze keer poëzie boven performance, en dat ging hem goed (en hoed) af. Hij bleef maar met neologismes strooien: 'maatschappijn', 'verstoptcontact'... Meestal ludiek, maar daaruit klinkt ook altijd die zwaarmoedigheid die zijn werk typeert. Manuel Somers liet observaties en overpijnzingen klinken in o.a. 'Schaduw', 'Komma' en 'De bomen'. En tot slot was er Sven de Swerts, met een kort verslavingsgedicht als een nachtelijke vuistslag in onze met verschaald bier getaande magen. Die woorden moeten letterlijk hard zijn binnengekomen, want deze korte vlijmscherpe tekst moest hij hervatten, omdat een van de cafégangers halverwege van zijn stuikte en wat er nog restte aan dichters in het café op hem toesnelden om hem weer overeind te helpen. Toch was de grootste klap voor Metejoor, die best wel een hekelgedicht had verdiend. Ook Tim Hofman deelde vanavond in de verbale klappen. Zo herken je ook aan de mikpunten in de poëzie een Belgisch-Nederlandse avond.
Het werd er allemaal niet minder luidruchtig en chaotisch op maar laat ik hier het verslag van deze avond maar eindigen. We doen nog minstens twee edities voor de zomer: op 25 mei opnieuw in Café Boekowski en dan op 30 mei weer in Het Maanlicht in Mechelen. Welkom!
Meer foto's volgen!