Koetjesrepen vreten tot we erbij neervallen. Joints paffen tot we
vergaan. Er is een Liga van Anders Content, misnoegd door de vloed van
bruinvesten waar ons Vlaanderenlandje mee wordt overspoeld. Begroet een
nazihoer, Marine Le Pen bonjour! en geef haar vijftig cent, kwestie van een fractie van politieke moed.
Onze centen draaien ze in de soep, of in de worst, even kankerverwekkend als de
wekker op zeven en voluit inhaleren op de Grotesteenweg. Vervuilende
roestbakken als paradepaardjes van onze nieuwe regering.
Wees nu eerlijk, wij zijn ledig. En als de wever een beetje integer, geeft hij óns vijftig cent, of al zijn spaarcenten, het is al om het even. Blijven leven, met een aangebrande energiefactuur, moeder alleen met vier jengelende kinderen aan haar been, blijven overleven, drie banen, langer werken, en op het einde rest haar enkel spleen. Beter het hoofd laten hangen, maar dat gunnen we hen niet. Nog beter ons aan de nek ophangen maar dat gunnen we hen evenmin. Daarom de kinderen in bed en de tafel gedekt en koetjesrepen en marihuana om te vergeten en een fles Martini van de Aldi en een halve kiwi en kartonnen meubilair en artikels uit de Flair en een halfbevroren éclair en de wekker steeds weer op zeven.
Na al die turteltreiterij en freyagefrunnik en gepezewever is de burger kwaad maar snel vergeten. Eén vinger in de richting van de ongewassen vluchteling is dan voldoende. Help, een n____. Want ze komen naar hier om van ons te profiteren, meneer. En ze zullen hun cultuur aan ons opdringen, mevrouw. Ach, het zijn moslims, juffrouw. Een gevaar voor onze Westerse waarden. Alsof onze eigen politici dat al niet lang voor ons betekenen, net zoals de rijken naar wiens pijpen ze dansen en die ze pijpen naar hartelust, steeds opnieuw, want de beloofde premie ziet er weer mooi uit, deze keer, meneer, mooi genoeg om elke zin voor ethiek en menselijkheid zonder ook maar de minste schroom te laten varen. Er zijn verhofstedelingen die half Griekenland kunnen onderhouden met hun monsterloon. Maar laten we daar maar over zwijgen. Ook rijmt bankier nog steeds op vampier, maar laten we ook daar maar onze mond niet over openbreken, die koevoet gebruiken we immers al voor hun bankkluizen. Het is tenslotte ons geld. Laat ons het terughalen.
Dus, beste medemens, misnoegde burger, het is weer geoorloofd, het 'kan' weer, haal de guillotine nog maar eens boven. De eeuwen hebben deze ondergestopt onder een laagje stof, omdat we even waren ingedommeld, vergeef het ons. Gesust en gepaaid door de consumptiemaatschappij, vergiftigd door opgekalifaterde leugens, van de islamythologie, nee van het katholicynisme, nee het neokolonizionazisme, de stront in onze ogen gesmeerd en dode doeleinden als konijnenkarkassen aan een lijn voor onze gecastreerde kijkers en benevelde blikken bengelend, tantalustaferelen bijna binnen bereik. Een eigen huis. Een gezinswagen. Een gezin. Een carrière. Een Amerikaans happy end van je happily en van je ever after en daarna een ijzeren hek errond, en beton, en prikkeldraad, en sissy tv, arme broekschijters aller landen die we zijn.
En aan de grote centen durven we niet eens te raken. Dan gaan ze lopen, meneer en/of mevrouw. We moeten ze soigneren, de superrijken en de hyperrijken en de megasuperdeluxerijken. Mijn oplossing, nogmaals: de guillotine!!!!!! ontstoft en ontbloed en onteeuwd en klaar voor de nieuwe strijd, want een beetje spreekwoordelijk bloed is goed en er is nood aan meer rood en zonder hun mottige kop kunnen ze niet meer gaan lopen laat staan naar het buitenland alhoewel onthoofde kippen vaak nog ettelijke en verschillende en verscheidene seconden rondlopen als een kip zonder kop alvorens ze finaal en reutelend neerstuiken, doodsoorzaak: de bloedtoevoer van het hoofd naar het hart werd abrupt afgesneden door het verwijderen van eerstgenoemde en het laatstgenoemde orgaan hadden ze toch al niet. Een beetje politieke moed is goed en er is nood aan meer rood en laat je niet kisten door lobbyisten en pegidaracisten en sociale media-fascisten lo pe gi da so ra ci GO! De toekomst is aan wie al deze godverdomse stront en schijt overstijgt, transcendentie tot en met. 1 2 3 4 guillotine van papier.
Smeed plannen tussen pot en pint en joint en in café's overal ten lande en zuip en smoor en snuif u niet te pletter maar schrijf uw manifest, gij letterzetter, vrees niet maar vreet de letters, gij letterfretter, alfabetter, alfabest, neem pen en doop het in asbest en bevlek het papier alhier en herinventeer de toekomst, meneer. Zet de straten van Brasschaat blank met inkt en doorbreek hek en dam en poort en draad en wees niet mild voor ze maar laat ze zien wat echte angst is misschien, gooi eens een alternatieve krant binnen, menig invasie in gated communities, de burgerwacht niet opgewassen tegen onze bolwassing. De Revolutie is vies en mag zelfs een beetje stinken. Zeker in Brasschaat. En we zullen dezelfde fouten maken, want de geschiedenis is één lange inventaris van steeds overnieuw dezelfde fouten maken, maar zo heel erg is dat niet, want alles is verdoemenis en verdoemd en verdomd zijn we allemaal zonder uitzondering en morgen koop ik toch gewoon een nieuw pak koetjesrepen. *
* En al deze revolutionaire
(on)wijsheden komen tot mij om twee uur 's nachts op een smerig toilet in een
nogal vreemdsoortige nachtclub. Terwijl ik andermans kotsbrokjes waarmee de
vloer is bedekt van tussen mijn tenen peuter, vervloek ik mijn nogal willekeurige
beslissing eerder deze avond om op sandalen te gaan feesten, maar zo gaat dat
in het leven.
En ik weet als geen ander dat
ik morgenmiddag weer een rampzalige hoeveelheid kopjes Zestpresso achterover
zal moeten kappen om dit alcoholinferno te compenseren en normaal te
functioneren. Iemand van op school vroeger had het ooit eens over
'alcoholocaust'. Na me heel de nacht te staan murw zuipen met veel te dure
Martini en Ricard en wodka Redbull en whisky-weet-ik-wat-allemaal, op een
propvolle, bezwete dansvloer, of aan de baldadige bar, is er niets zo zalvend
en ontarmend als een warm tasje gourmetkoffie of vijf, zes, zeven. Dat goedkope
spul vertrouw ik niet, dat is bocht voor kansarmen en dat ben ik hoegenaamd
niet.
Maar er zijn er wel steeds meer
in dit land en ze stinken en hun tanden vallen uit hun mond zoals de bladeren
van de bomen en soms wonen ze in Merksem maar evengoed in Boom en dan gaan ze
naar de Wibra met die vlooienbal van een hond die ze aan een roze les meeslepen
en vastbinden voor ze de winkel binnengaan en stiekem hopen dat het mormel er
niet meer is wanneer ze weer naar buiten gaan en met hun leefloon en kopen ze
allerhande brol die een normaal mens nooit van zijn leven zou gebruiken.
Vooroordelen zijn hardnekkig,
hanteer ze met mate, ook al staan ze weer afgeprijsd deze week in die vodden
van gazetten maar evenzeer op televisie, waar mannen en vrouwen en halve zolen
die wij politici plegen te noemen naar hartelust kankeren en
ouwehoeren over het belang van de burger of het gezin of het land of wat dan
ook maar juist geen kloten aanvangen om het hier voor ons maar een beetje beter
te maken. Een mens vraagt zich af waarom hij, telkens hij de plee zit onder te
schijten, aan politici moet peinzen, en of dat pavloviaans of freudiaans of
voor mijn part cartesiaans is. Een mens vraagt zich heel wat af om twee uur in
de nacht terwijl hij prevelt en een preek afsteekt tegen de satéresten tussen
tenen en op de tegels.
Er lopen hier rare kwieten rond
in de nachtclub. Zo is er iemand die ervan overtuigd is dat, als hij maar aan
genoeg mensen vraagt of ze met hem van schoenen willen ruilen, iemand
uiteindelijk zal toehappen en hij niet op zijn versleten sneakers naar huis moet.
Er zijn er die pillen met de laatste emoticons van Skype erop verkopen. Wie ze
koopt, is een halfuur later zo zot als het achterhuis, vandaar dat er hier
zoveel rare kwieten rondlopen, tiens. Mer-deuh! En ik weet dat ik
hier stilaan te oud voor word en dat ik op dit uur beter thuis zit, achter de
laptop, en kwade statussen op Facebook post. Ik heb daarnet al een roman kunnen
verkopen aan een dronken punker en ook één aan een vrouw in een wit zomerjurkje
en de laatste goede deal die ik sluit vannacht, is met misschien wel de raarste
kwiet die hier rondloopt en zo slenter ik twee minuten later op ietwat
knellende sneakers door de Begijnenstraat naar huis.
Foto: Out Of the Books