Elke nacht draai ik me vijfentachtig keer om,
Maar om jou eruit te krijgen moet mijn lijf uit de kom.
Ik wacht weken, maanden, jaren, maar de wrange smaak blijft.
Scholen vissen in het water, maar ik hou het hart stijf.
Geen idee of er ooit nog iets beters komt opdagen,
Als je wil, kan ik het aan mijn helderziende tante vragen.
Koffie dik zeiken, projecteer je natte dromen op je toekomst.
Of sorteert karma voor je alle diarree die je nog toekomt?
Slaappillen zetten me op de nachttrein naar wat-als?-land,
Hypathetisch hypochondrisch, duizend angsten voor de nacht valt.
Ik drink slivovitz, efficiënt als kerosine,
Mist z'n doel niet om een comateuze nacht te beginnen.
Ik vaag je uit als krijtlijnen op een volgekribbeld bord,
Maar de dageraad maakt jou weer koningin en mij de zot.
Update april 2015: Een jaar later breng ik dit gedicht op het dak van het MAS, met muzikant Smaed als 'cool bystander'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten