woensdag 26 juni 2019

Literaire tip: Slaap!

Voor deze literaire tip gaan we nog eens in oude dozen snuisteren, die waar '2003' op staat. Toen verscheen Slaap!, het debuut van Annelies Verbeke (zie ook Dertig Dagen of Vissen Redden).

Insomnia haalt Maya's leven overhoop. Wat ze ook probeert - slaappillen, melk met honing, een TRIP-cursus - ze kan de slaap niet vatten. 's Nachts dwaalt ze door een slapende stad, ze doet belletje trek, want dat anderen wel het genot van voldoende slaap ervaren, frustreert haar. Wanneer haar partner haar laat zitten, wordt Maya's leven helemaal free jazz.

Op een nacht belt ze aan bij Benoit, die ook aan slapeloosheid lijdt. Een zielsverwant van de wakkere toestand! Hij laat ons binnenkijken in zijn bikkelharde jeugd. Het verhaal van de liefde van een moeder voor haar kind snijdt door merg en been, en zaait mommy issues voor een leven lang. Wat er exact die fatale nacht is gebeurd, blijft onduidelijk, omdat we beide standpunten krijgen voorgeschoteld, maar Maya belandt na een ongeval in het ziekenhuis. Hier probeert ze te verdringen wat er tussen haar en Benoit heeft plaatsgevonden. Hun wegen scheiden en dat heeft gevolgen.

Aan een rotvaart raast de roman door beide levens, afgewisseld met hun verknipte ontmoetingen, 's nachts uiteraard, met elkaar, maar ook met andere dolende zielen. Frederik de ingebeelde potvis, Olga met de Marlon Brando-tatoeage, Stan met het glazen oog, dokter Müller, die besluit dat Benoit een groot symbolist had kunnen worden, Ernest de nachtvlinder, of Ingrid de telverslaafde. De lijst aan vreemde personages lijkt oneindig, en dat voor zo'n dunne roman.

Het tegelijk mooiste en meest bevreemdende beeld in het boek is dat van de man die in de mond van een aangespoelde potvis kruipt, een unieke freudiaanse metafoor. Deze roman, over zoeken naar fracties van geluk, rondwarende moederliefde en de verschoppelingen van de maatschappij, is heerlijk bizar. Op treffende wijze laat Verbeke haar personages een weg door het leven zoeken, elk met een loodzware tas op de rug. Zo plukt of ontwijkt iedereen de dag op z'n eigen manier. Donker, maar met voldoende humor, en een prille vorm van de schrijfstijl waar we zo dol op zijn.

Foto Stephan Vanfleteren

zaterdag 22 juni 2019

Flavours of the month

Time to promote some more music. Guitars are king in this month's list. We got indierock legends Pixies, Silversun Pickups and Biffy Clyro back. And with Blanck Mass, Metronomy and Underworld we've got some cool comebacks in electronics. Add to that some hip-hop, synthpop and ambient flavours and we've got ourselves a nice eclectic list.

  1. Silversun Pickups - It Doesn't Matter Why
  2. Blanck Mass - House vs. House
  3. Pixies - On Graveyard Hill
  4. Foals - In Degrees
  5. Black Pumas - Oct 33
  6. Crows - Wednesday's Child
  7. Silversun Pickups - Freakazoid
  8. Ty Segall - Taste
  9. Raketkanon - Mélody
  10. Art vs Science - Zeus in the Architecture
  11. Inhaler - My Honest Face
  12. The Amazons - End Of Wonder
  13. Usi ES - Billy Weaver
  14. Millbrooks - Rosenthal Effect
  15. Whispering Sons - Hollow
  16. Biffy Clyro - Balance, Not Symmetry
  17. Metronomy - Lately
  18. Underworld - Listen To Their No
  19. Georgia Anne Muldrow - Emo Blues
  20. Stef Chura feat. Will Toledo - Sweet Sweet Midnight
  21. Love Fame Tragedy - My Cheating Heart
  22. Lana Del Rey - Doing time
  23. Fär - Runaway
  24. Psychedelic Porn Crumpets - Paradise
  25. Stormzy - Crown
  26. The Raconteurs - Bored and Razed
  27. Spoon - No Bullets Spent
  28. Chelsea Wolfe - The Mother Road
  29. Lea Porcelain - Love Is Not an Empire
  30. Alexandra Savior - Crying All the Time

vrijdag 21 juni 2019

De kust is veilig

stop de rit, ik wil eraf
grote ogen, prille lach
vaak gegraven naar me
wil je met me
knoei niet met me
foei, niet met een rode lap

wees toxisch vrouw
met mij maar hou me heel
ik moet nog overleven
de meeuwen krijsen
de kust is veilig
kus me blij
ik ben te steel

vraag me niets meer
haal adem
laat bestaan

woensdag 19 juni 2019

Zeetong

De zee bolt ballorig op,
twijfelt tussen tinten,
spilliaertzwart of ensorgrijs,
nooit aan haar woeste wijsheid.
Uit de waterwereld rolt,
stug als de rug van een zeepokdalige walvis,
een stenen tong met glibbergroene slijmen,
fluistert halve geheimen.
Zouden de schippers aan de einder ze begrijpen,
de meeuwen als tolk ontoereikend.
Hier sta en staar ik, het pad, glad als taal,
naar de wortel van de spraak,
een onderwaterwalsen.
Al jaren spreek ik spiegels in scherven,
nu haast volleerd folieglot.
Wat als ik binnenhink nu ze vloeibaar voor me,
tot ik zink als een steen naar de waarheid
of, mislukt, weer bovendrijf.

dinsdag 18 juni 2019

Literaire tip: Kamer in Oostende

Het succes van De Mensengenezer ligt nog vers in ons collectief geheugen. En kijk, Koen Peeters heeft een nieuwe roman klaar. In Kamer in Oostende trekken een schrijver en een schilder maandelijks twee dagen naar Oostende om de stad te onderzoeken, uit te spitten, te laten gebeuren. Dat doen ze drie jaar lang en 34 keer. Ze gaan op hotel en ontmoeten elkaar in koffiebars en tweedehandszaken. Ze bezoeken musea, zoeken sporen van grote schrijvers en schilders, en praten met de vele inwoners die de koningin der badsteden rijk is. Dat levert een fraaie roman op die op de rand van fictie balanceert, in poëtische lijnen uitgetekend. De knappe schilderijen in het boek, hoofdzakelijk marines, zijn van Koen Broucke en vertellen hetzelfde verhaal.
De schrijver Koen Peeters, gehuwd met een Oostendse, ontmoet kunstschilder Koen Broucke op een parkeerplaats, of all places. Brouckes theorie over het Beleg van Oostende en de vermoedelijke skeletten onder de grond is een ijsbreker voor hun vriendschap, die resulteert in een onderzoek naar de stad. Ze besluiten elke maand twee dagen naar Oostende te trekken, deels uit escapisme deels uit honger naar de intrigerende Stad aan Zee. Onderweg ontmoeten ze heel wat interessante mensen, elk met hun eigen verhaal of onderzoek. Oostendenaren zijn namelijk heel aanspreekbaar.
Hun methode is het perspectivisme, meestal ironisch, nooit al te ernstig. Peeters leert ons, door zijn bril en die van heel wat kunstenaars, het echte Oostende kennen, de belle-époquehuizen in de Hippodroomwijk, de Congolese volgelingen van Kimbangu, de vissers in de laatste authentieke cafeetjes van de Vuurtorenwijk. Al deze details kleuren Oostende op hun eigen manier in. Het zijn de bouwstenen van haar persoonlijkheid. Samen met dit sympathieke duo kijken we voortdurend door andermans ogen, we ‘bladeren door de stad’, met ‘rondtastende gedachten’. We ‘ontsnappen op een grootse manier’ aan de banaliteit. Elke ontmoeting in Oostende heeft een ‘historische glans’. Naar dit finis terrae trekken is ‘opnieuw beginnen met rugdekking van de zee’.
Ensor, Spilliaert, Blavatsky, Roth, Snoek, Claus. Allemaal verbleven ze lange tijd in Oostende en lieten ze sporen na. We lopen de deur bij hen plat, onderzoeken hun band met deze steeds veranderende stad, met de alomtegenwoordige zee. Heel aangrijpend is het verhaal van Sabine en de asneerlating van haar man op zee, de rode rozen die de urne in het water vergezellen. Even treffend is het relaas van Eysselinck, de tragische architect. Of de herinneringen van Duribreux' zonen, die Peeters en Broucke een rondleiding geven in het voormalige Park Hotel van hun vader. Het hotel heeft 34 kamers en Peeters' roman evenveel hoofdstukken. Het is zijn knipoog naar Duribreux en eigenlijk ook naar Perec. En zo staat Kamer in Oostende vol met interessante verwijzingen.
Dit is een boek over vriendschap, verlies, zelfreflectie, grote en kleine verhalen. Alles is verfijnd en ingenieus opgetekend in een poëtische stijl die ons niet zelden ontroert. Dit is dé Oostenderoman. We leven en lezen in de Onvoltooid Oostendse Tijd. Kamer in Oostende is een sleutel tot de ziel van deze stad. Die ligt voortaan met haar verhalen open en bloot.
Deze literaire tip verscheen als recensie bij Cutting Edge. Het schilderij is van Koen Broucke.

zondag 16 juni 2019

Schaakbordeel

Staak het prikken en het rijten
waarzonder je verdwijnt,

ik bloed al jaren uit onzichtbare wonden.
Dit potje schermen houdt geen steek.

Leg je wang tegen de mijne
wanneer de inkt in mijn aders stolt.

Bevriest ook de fontein en ik verbleek,
al sinds we vrijen in schuilverband, uit scheldverzuim.

Ik smeed mijn leugens om mijn bestwil,
wit bedrog uit zelfbehoud.

Wat is een waarheid toch opzichtig,
een schietschijf voor de snipers

op de daken van deze brandende stad.
Nog voor ons geloof verkoolt,

lekt maagdelijk bloed tussen de fijne lijnen
van ons schaakbordeel.


Deze tekst werd opgenomen in de verzamelbundel Sneeuwwoordje en de Zeven Verzen van Poemtata.

dinsdag 11 juni 2019

Literaire tip: Welkom in het rijk der zieken

De Nederlandse schrijfster Hanna Bervoets is aan haar zevende roman toe. Welkom in het rijk der zieken volgt Clay in zijn strijd tegen een onbekende ziekte, hoe hij zich door de samenleving beweegt waar hij eigenlijk geen deel meer van uitmaakt, en hoe hij in een parallelle wereld letterlijk zijn lichaam op sleeptouw neemt. Waar getuigenissen van de worsteling met zijn pijn ons naar de keel grijpen, kan de wat schematische avonturentocht door het rijk der zieken ons echter minder boeien.
Clay krijgt hoge koorts na een bezoek aan een kinderboerderij met zijn vriendin Nora. Hoewel hij de koorts overwint, weet Clay zijn chronische pijn en vermoeidheid maar niet van zich af te schudden. De aanvankelijk onbekende ziekte krijgt na verloop van tijd de naam Q-koortsvermoeidheidssyndroom (een echte killer bij Scrabble) en zet zijn sociale leven danig onder druk, inclusief zijn relatie met Nora.
Simultaan volgen we twee verhaallijnen. De realistische verhaallijn, in het 'rijk der gezonden', loopt achronologisch, net als bij een geheugen. We beleven de lijdensweg vanuit de tweede persoon enkelvoud, wat niet de verwachte afstand maar net een intieme inkijk in de geest van het hoofdpersonage oplevert. Als een moderne lijdende Christus sleept Clay, ziek maar genezen verklaard, zich van statie naar statie: diagnose, revalidatie, nachtschadedieet, fysiotherapie, bewustwordingsmodule – en, buiten de platgetreden paden, acupunctuur. Bervoets laat ons alles meevoelen: van de dagelijkse pijn (het lichaam als 'een kerstboom opgetuigd met knipperende pijntjes') tot zijn geleidelijke isolement. Aanvankelijk wordt de met fibromyalgie worstelende Marla zijn ziels- of alleszins ziekteverwant. Maar een relatie tussen twee chronisch zieke mensen blijkt extra broos.
De droomsequentie in het rijk der zieken is lineair en bestaat louter uit dialoog tussen een verdwaalde Clay en zijn gids Susan, bij wie de rol van Vergilius als gegoten zit. Hun queeste naar een graal die genezing heet, is best creatief maar ontbreekt toch aan enige overtuigingskracht. We krijgen een wereld voorgeschoteld die gestoeld is op de filosofie van Sontag, een puik idee, al blijven we bij de uitvoering op onze honger zitten. Clay klaagt steen en been om een karretje waarin hij zijn eigen lijf, een exacte kopie, moet vervoeren. Al gauw wordt zelfs dit metaforenlandschap dodelijk bureaucratisch. Net als in de echte wereld wordt Clay van het kastje naar de muur gestuurd. Dit trage en afmattende pad richting genezing is dus evenzeer bezaaid met vele teleurstellingen. Smook staat voor hoop en het Woud van Alternatief en Onbewezen voor de pseudo-wetenschap. Identiteken azen op onbewaakte zieke lijven en op Greenville oefenen de bewoners van bungalows de kunst van het aanvaarden. De graal is er geen, hier komt men tot inzicht.
De kracht van deze geslaagde roman zit dus vooral in de eerste verhaallijn. De virtuele wereld is eerder bijzaak, een metaforisch kader. De situaties die Clay zich herinnert, nodigen uit tot zelfreflectie. Wanneer zette de ziekte een rem op zijn sociale leven? Wanneer lag de sleutel bij hemzelf? Het geheel van deze aangrijpende psychologische dimensie en het gedurfde parallelle universum toont opnieuw waarom Bervoets bekend staat als een innovatief schrijfster. Welkom in het rijk der zieken is een elegante roman, met een moeilijk onderwerp en zowel populaire als filosofische toetsen. Lichtvoetig en zwaarlijvig tegelijk weet het de juiste snaar te raken in de bewustmaking rond een thematiek die nog steeds met één voet in de taboesfeer vertoeft.
Deze literaire tip verscheen als recensie bij Cutting Edge.

zaterdag 8 juni 2019

Ballonnenvrees 5 juni 2019

Voor een lange pauze nog eens goed knallen, dat hebben we bij Ballonnenvrees goed begrepen. Voor een laatste keer dit voorjaar verzamelden dichters en muzikanten zich in De Kleine Hedonist voor een uitgelezen avondje. Na enkele nieuwe gedichten van Gert Vanlerberghe mocht schrijver Peter Van Olmen aantreden. Zijn proza speelde met het #metoo-gegeven. Een Filippijnse dwerg, het klimaat redden met je pussy, een man bij de gynaecoloog, en ook Arnold Schwarzenegger kwam even voorbij. Lekker ongemakkelijke humor vervat in spitsvondig proza.
Ronny Dijksterhuis, slam poet uit Nederland, grossierde in ritmische teksten en een sterke performance. 'Hommage' ging over de beats, Deelder, Vinkenoog, duidelijk zijn grote voorbeelden. Via allerhande beelden - als een varken op truffeltocht, wieldoppen in bomen, met de precisie van een padvindersmes - nam hij ons mee op tocht naar zijn innerlijke wereld. De energieke Adrianne Waldt is dichter en performer. Haar slam poetry ging vergezeld van wat vuurwerk, want ze had een rode ballon bij en gooide 88 papieren  hartjes in het publiek. Een van haar teksten had ze speciaal voor deze 69e editie geschreven. Op reis in Japan schreef ze tanka's en een haiku. We noteerden: De dood sluimert maar snoozet niet. Mooie teksten, aanstekelijk enthousiasme!
Met het collectief Peter Mmm Verreth & Narvik kregen we een mix van poëzie, cabaret en muziek aangeboden. Peter Verreth betrad met een lange neus en bolhoed het podium, waar zijn vijfkoppige band, voorzien van gitaren, sax, accordeon en drum, al een lekker deuntje had ingezet. Iets tussen kleinkunst, folk en punk. De sympathieke en soms vuile teksten gingen alle kanten uit. Zo was er een gedicht over de vruchtbare grond in Berendrecht. Naast onder meer de cover 'Zo Mooi, Zo Blond en Zo Alleen' hoorden we onder meer 'Badtijd' en 'Bloed'. Prettig gestoord entertainment van een bont gezelschap dat toch alweer een slordige dertig jaar meegaat.
Na de pauze stelde de jonge schrijver Tim Van Hoof zijn binnenkort te verschijnen boek De Trip voor, een hallucinant relaas van een gedrogeerd netwerkrondje. Leuke schrijfstijl doorspekt met humor. We onthouden vooral de zin "De salopet leek het statement van de dag." Het Gentse synthpoptrio G A U S S sloot onze line-up af. Lekkere elektronica, zalvende zang, trippy visuals, songs die ons helemaal inpakten. In een ideale wereld werd de muziek van G A U S S grijsgedraaid op de radio. Gedurfde en vernieuwende nummers zoals 'Biometrical Love' en 'The River', upbeat dan weer dromerig, wisten ons volledig te overtuigen van het muzikale vernuft van deze dame en heren.
Een ijzersterke ACG Vianen opende de open mic. Deze Nederlandse klankdichter kent geen genade voor de taal. We kregen zoals gebruikelijk een krachtige dadaïstische performance. Gert-Jan Luyckx stond met zijn ontmoeting met een sportvrouw (en sensuele gesprekken over shoulder impingement) vorige keer ook al op de open mic, maar hij vond dat zo leuk dat hij de tekst nog eens bracht. Wij vonden dat niet erg. Kenneth Swaenen opende met een tekst van Lieke Marsman. Daarna kregen we 'Broeders', een speelse geëngageerde tekst. Sterk! En een gedicht over mango lassie moedigen we altijd aan.   
Mozes outte zich als artistiek naaktfotograaf. Hij gaat naar de slager want hij wil zich als saus verkleden. Best geestig. Nathalie schreef zich op de valreep nog in voor ons vrij podium. Ze had zowel witty als sensuele gedichten bij, en ook Chet Baker passeerde even de revue. Gust Peeters sloot af met 'Vrouwenhaar'. Hier kregen we de geniepige Gust nog eens te zien. Tot slot het pakkende 'Schools'. En zo sloten we met Ballonnenvrees een fantastisch voorjaar af. Bedankt aan iedereen die meedeed, -hielp of -keek. En tot gauw!

Foto's: Moomer Foto
Meer foto's volgen!