zaterdag 25 juli 2020

Motel C

Discard me like a broken watch.
In Motel C I witness
how time becomes a business.

Part with me, we're a frozen match.
Consume me, console me,
I-hope-we-can-stay-friend me.

The hours aren't too friendly,
they dissolve into dust.
The shock might cleanse our frames
from any lingering lust.

Many hours to kill, still,
or vice versa, ill will.

Count the coins in my mouth,
put my head in the ground,
like an ostrich,
see no evil,
life is wicked enough.

Absorbing the sand all around me,
trying to build me a fortress,
trying to ward off the future;
it still seems way too obscene.

You're with me. You're not.
The white sheets they're waveless.
The minutes, the hours,
they wound me like daggers.
Like hammers they shatter
each bone in this vessel.

I'm a dearly departed
in our dismal harbour,
sailing towards uncertainty,
Capital You & captain me.

This ship is such a sham.
And ain't it a shame,
the foghorn wails,
the clock is still ticking.

I know every corner of this room,
I'm a resident at C,
encapsulated between these four horizons.

Captain me.
Capsule me.
Consume me.
Contain me.
Convert me.
 
Defriend me.

woensdag 22 juli 2020

Nooit meer stranden

geen boei, dat is het mot juste niet
je bent mijn verdwaalpaal

wanneer ik weer eens ben gestrand
overbrug de vérspringafstand

die ons nauwelijks scheidt
gaan we weer lanterfanten

de passie laten borrelen
op een laag vuurtje

in slowcooking elkaar
met duizend maal geen woorden

vertellen hoe graag we elkaars schaduw zijn
houvast is prettig wonen

bijgeloof een voordelig huurcontract
op het lege strand liggen

we naar de lucht te staren
negeren de multimorfe wolken

en dus de clichés
vier ogen zoeken de zon

haar vinden betekent
haar nooit meer aanschouwen

op de tast zouden we
de weg naar huis

en naar elkaar moeten zoeken
elkaar vinden betekent

nooit meer stranden
nooit meer voor paal

in het zand speuren we
naar scherven voor morgen

slowcooking is ook: wachten
op de tram in een vol vertrouwen

de moegekerfde
metromuren klagen

alles is zo triest
(maar niet jij)

alles is zo triest
(maar niet wij)

zondag 19 juli 2020

Op trot in Frankrijk

OP TROT IN FRANKRIJK 14-18 juli 2020 


Il n'y a que Kate Moss qui est éternelle. - Stromae

Ik heb tijd en nu met vakantie gaan is reizen door het oog van de naald. Ofwel een spelletje vogelpik volgens de kranten. We wagen het erop. Nog nooit was ik met 14 juli in Frankrijk. En het was al zes jaar geleden dat ik voet zette in de Lichtstad. Vandaag wordt in het hele land het begin van de Franse Revolutie gevierd, die op een bloederige manier een einde maakte aan het absolutisme. Op deze symbolische dag werd in 1789 de gevangenisburcht Bastille met de grond gelijk gemaakt. Het was het beginpunt van jaren van terreur, chaos, bloedvergieten en onzekerheid. Ook vandaag heerst er chaos op Place de la Bastille. Wanneer ik er via de bouche de métro boven water duik, zie ik duizenden betogers samentroepen. Het hele plein is door honderden politieagenten omsingeld, klaar voor de strijd. Ook de metrohalte is afgesloten dus ik moet een nieuw kaartje kopen om de blokkade te ontvluchten. Een betoger gooit een rotje in een vuilbak, waarop een voorbijganger moppert, "C'est pas la Révolution, hein..."
Bij de Pont d'Austerlitz over de Seine kom ik weer boven. Even bekomen van deze interessante verrassing. Meer 14 juillet wordt het vandaag niet meer. Terwijl ik naar de Eiffeltoren (1) en de Notre-Dame (2) (in restauratie sinds de rampzalige brand van vorig jaar) tuur, steken tientallen arrestatiewagens achter mijn rug de brug over. Uitblazen doe ik op een terrasje in de populaire Rue Crémieux, een charmant pastelkleurrijk straatje, als een dorp in het midden van het drukke centrum van Parijs.
Vroeger was de Coulée verte René-Dumont een spoorlijn, nu kan je er kilometers ver wandelen tussen bloemen, bamboe, berceuses en aangename street art van Caroline Laguerre. Ideaal ook om de architectuur te bewonderen van de vele Parijse wijken die deze Coulée verte doorkruist. Halverwege eindigt de lange spoorwegbrug en gaat het groene pad verder in een tunnel, met watervallen en straatkunst, waarna het pad meer dan vijf meter onder het straatniveau duikt, tussen klimopmuren en door het bladerbaldakijn afgeschermd van de grootstad. De Coulée verte snijdt ook dwars door verschillende tuinen en parken.
Het overwoekerde spoor brengt met tot het Bois de Vincennes, waar de Parisiens komen uitrusten, joggen, roeien en rollerskaten. Achter de dierentuin ligt de gemeente Saint-Mandé, en nog verderop het stadje Vincennes, een van de dichtstbevolkte steden van Frankrijk - vergelijk het met wat Schaarbeek voor Brussel is. Je kan er niet naast het imposante kasteel kijken, in de 14e eeuw gebouwd door Karel De Wijze. De donjon, de forse kasteelmuren, de vele ophaalbruggen en de gotische Sainte-Chapelle vormen samen een belangrijke bezienswaardigheid op de rand van Parijs. Genoeg gewandeld. Tijd voor pastis op een terras tegenover het kasteel.
Terug naar het centrum, de boheemse wijk Le Marais bijvoorbeeld, die ik jaren geleden al in het spoor van Victor Hugo bezocht. Aangename groene pleintjes, hippe cafés, alternatieve kunstgalerijen, in hartje Parijs. Hier en daar hangt de tricolore uit, maar nooit overdreven. Ik steek de Pont Louis-Philippe over naar het Ile Saint-Louis. Het is pijnlijk, maar ook boeiend, om de kathedraal zo gehavend te zien, dakloos en zonder die machtige flèche van Eugène Viollet-le-Duc. Ik spot de koepel van het Panthéon en helemaal in de verte het Louvre (3). En bestaat er een charmantere plek in Parijs dan de Place des Vosges? De omringende gebouwen in bleu blanc rouge hebben iets tijdloos. Jongeren liggen knus in het gras, bij de fonteintjes, al dan niet met akoestische gitaar. De avond mag nu vallen.
Op Place de la Bastille wordt er niet meer betoogd maar gedanst. Ik volg de boulevard naar de knappe Eglise Saint-Ambroise. Iets verderop bots ik op de betreurde concertzaal Bataclan, een van de vele doelwitten op die verschrikkelijke 13 november 2015. Met een krop in de keel kijk ik naar de feestlijk geschilderde gevel, en dan naar de herdenkingstegels op de grond. Ik herinner me waar ik was. Zaal Athena, Antwerpen. Backstage konden de artiesten hun smartphoneschermen niet geloven. "'t Is naar de kloten", riep een muzikant.
Parijs is nog voorzichtig, de coronacijfers zijn niet al te best. Toch hangt er feest in de lucht, op de pleinen, op de partyboten op de Seine, in de harten van de Fransen. Kijk eens aan, ze mogen zelfs al dansen. Ook op Place de la République bestudeer ik de in maanden niet gebezigde activiteit 'dansen'. Danser. Bleu blanc rouge. Danser = Liberté. Tout le monde danse = Egalité. Danser ensemble = Fraternité. Boulevardkuieren. Cider. Voltaire. Magenta. Bruidsboetieken. Rochechouart. Clichy. Bonsoir Sacré-Coeur (4). Mojito. Laaa Bohèmeee. La Bohèmeee. Ça ne veut plus rien dire du tooouuut... Apotheose. Montmartre Pigalle. Cuba Libre. Eeeee Macarena. Moulin Rouge (5). Vuurwerk. Ergens. Neon. SEX Venez, Monsieur. Striptease. C'est le 14 juillet quand même. HOT PUSSY'S Viens boire un verre avec nous, chéri. Minuit. On ferme. Zut. Verdwalen. Notre-Dame-de-Lorette vinden op het stadsplannetje. Een muis rent weg over het voetpad. Dronken Parisiens. Een stoet van 20 arrestatiewagens. De eindeloze Rue La Fayette. Gare du Nord. Finalement. Hostel. Bonne nuit.
Ik steek het Canal Saint-Martin over voor een ochtendwandeling in het Parc des Buttes-Chaumont. Bovenop de wel heel steile hellingen kijk ik tot ver in en ver buiten de banlieue. Montmartre, met de witte basiliek, lijkt dan nog relatief dichtbij. Ik herken zelfs het tipje van de Eiffeltoren, vele kilometers ver, aan de andere kant van de stad. Groene parkieten dartelen boven een 'Romeinse' tempel, bovenop een hoge heuvel, omringd door een vijver haast als slotgracht fungeert.
Een stadswandeling in een vertrouwd decor. Les Halles. De buik van de stad. Een flard Pompidou. De vele middeleeuwse kerken. Pont des Arts en heel wat landmarks op de horizon: Elysée, Notre-Dame, Montparnasse, Panthéon, Orsay, Eiffeltoren. De as die de Tuileries met de Arc de Triomphe (6) en La Défense verbindt. The Big Six van Parijs: check. Het Louvre met alles erop en eraan stelt nooit teleur. Operabombast. Vendôme. De vergulde koepels van Printemps. Haussmann. Klaar. Aan het Gare Saint-Lazare.
Net als acht jaar geleden neem ik een trein naar het westen. Gewoon de Seine volgen en je komt zo in Normandië. De jonge vrouw tegenover mij leest La peste van Albert Camus maar kan er haar aandacht niet bij houden. De Seine kronkelt door het departement Seine-Maritime, via Rouen, tot aan haar monding in het Kanaal. In 1944 werd havenstad Le Havre zo grondig gebombardeerd dat ze volledig moest worden heropgebouwd. Die eer kreeg de architect Auguste Perret, die in recordtempo een Le Havre 2.0 liet verrijzen, met behulp van gewapend beton. In het Bassin du Commerce zeilen kinderen in kleine bootjes. Het witte winkelcentrum, bijgenaamd Le Volcan, valt meteen op, evenals de 109 meter hoge kerktoren van de betonnen Eglise Saint-Joseph en de futuristische brug. Grote witte letters spellen 'Le liquide pour seul réel', drijvend op het Bassin.
Ook het Place de l'Hôtel de Ville is een en al beton, met de 72 meter hoge stadhuistoren als dominante factor. Beton = beton = beton? Toch is dit een heerlijk plein, met veel bloemen en fonteinen. Ik loop Perrets kerk binnen en geniet van het lichtspel waarop de duizenden moderne glas-in-loodraampjes me trakteren. Een eenvoudig altaar krijgt een dambordafdak, waarboven een cilinder van honderden witte bloemen hangt.
Van kuieren in de haven kom ik altijd tot rust. Voorbij de jachthaven en de pieren met vuurtorens ligt de open zee naar Engeland en Amerika. Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag de hoop voorbij de vloeibare horizon. Op de kaai aan het Bassin de la Manche springt een kleurrijk containerkunstwerk meteen in het oog, alsof twee strengen containers haasje over spelen. In een bar op het gelijkvloers van een van Perrets gebouwen ontmoet ik een Mexicaanse dichter wiens Spaanse gedichten onlangs naar het Frans zijn vertaald. Een vrachtschip kiest het ruime sop terwijl ik pootjebaad in zee. Niet gemakkelijk op zo'n kiezelstrand. Meeuwen drijven als boeien op de golven. Terug naar de dijk. Aan cocktailbars geen gebrek.
Meeuwen. Goedemorgen. Na een wandeling in het centrum en langs de dokken reis ik per bus naar Etretat. We passeren een rotonde met een enorm standbeeld van een ramasseur de galets, een kiezelsteenraper, met paard. Wat een gezellig stadje, met heel wat vakwerkhuizen en een drukke markt rond een houten markthal; alles ademt een oude Normandische sfeer uit.
Het strand van Etretat ligt tussen de twee beroemde krijtrotsen. Vooral hun hoogte en hun naalden en poorten maken ze zo fotogeniek. Zo is de Aiguille van de Falaise d'Aval maar liefst 70 meter hoog. Bovenop de Falaise d'Amont prijken de Chapelle Notre-Dame de la Garde (met dolfijnen als waterspuwers) en een monument ter ere van de twee vliegeniers die in 1927 in de Atlantische Oceaan zijn neergestort.


Het panorama van bovenop beide steile falaises loont de moeite. Er gaat een rilling door me heen wanneer ik naar de vloedlijn helemaal beneden kijk en me bedenk dat zoveel mensen hier zelfmoord komen plegen. Ik denk aan 'Le saut du berger', een verhaal van Guy de Maupassant, die hier als kind kwam spelen. Parachutes hangen boven de Falaise d'Aval. Zilvermeeuwen halen uit naar de nieuwsgierige drone waarmee ze het luchtruim delen.
En dan is er nog de neo-futuristische beeldentuin. Ik stap binnen in een magische wereld waar bomen zingen, gesculpteerde gezichten verrassende emoties verraden op de bodem van een keurig gesnoeide oceaan, en Alice haar weg moet zoeken in een impressionistisch wonderland vol orchideeën en struiken die zich golven wanen.
Dit indrukwekkend stukje kust maakte tijdens de Tweede Wereldoorlog deel uit van de Atlantikwall. Veldmaarschalk Rommel liet het vol bunkers, mijnen en zware artillerie stouwen, om een eventuele aanval van over het water af te slaan. Op D-day zelf, enkele jaren later, zat hij echter in Duitsland voor de verjaardag van zijn vrouw. Ik bestel een pastis op een zonovergoten terras en wie zit er twee tafels verder in zijn vier woorden Frans sympathiek te socializen met een oude Normandiër? Niemand minder dan Pete Doherty! Ik geloof eerst mijn ogen niet, maar de tattoe's kloppen. De Britse rockster zou hier tegenwoordig ergens in een godvergeten gehucht wonen.
Op naar de streek Calvados. Daar ligt aan de Côte Fleurie het stadje Honfleur. Via de imposante Pont de Normandie steken we de Seine over, vlakbij haar monding. Het is aangenaam verpozen rond het Vieux Bassin, de oude haven uit de 17e eeuw, omringd door schattige huisjes die elkaar lijken te verdringen. De Eglise Sainte-Catherine is de grootste houten kerk van Frankrijk, door scheepsbouwers gemaakt, met losstaande klokkentoren.
De authentieke steegjes en oude vakwerkhuizen vormen een pittoresk geheel. Een historisch stadje om met open mond in rond te slenteren. Honfleur was ook erg in trek bij schilders. Boudin en Monet woonden hier op een boerderij, dus je kan gerust stellen dat het havenstadje in zekere zin de wieg van het Franse impressionisme is. In de betoverende straatjes drink ik calvados, het lokale sterke drankje. Al heel de dag overleef ik op stokbrood en camembert. Vanavond kan ik me wat meer laten gaan. In het geboortehuis van schrijver Alphone Allais drink ik cider als een koning en verorber moules au camembert als een kaasverslaafde.
Ik volg de Morelle tot waar ze zich in de Seine stort, vlak voor deze hetzelfde doet in het Kanaal. In de verte de hangbrug en helemaal op de horizon Le Havre. De ondergaande zon zet de Baie de la Seine in lichterlaaie. Al eens in de monding van een rivier de zon zien zakken in de zee?
Via een moerassig natuurgebied, waar ratten in bad gaan en vleermuizen vlak boven mijn hoofd buitelen, wandel ik Honfleur weer binnen, bij de Phare en Chapelle de l'Hôpital. Na een nachtje slapen zie ik Honfleur weer bij een andere lichtinval. De natte droom voor menig impressionist, ik begrijp het volledig. Op de trappen van de Lieutenance eet ik m'n pont-l'évêque en baguette en kijk hoe zeilboten het Vieux Bassin binnenvaren.
Ik beklim de Côte de Grace en kijk uit over de monding van de Seine. De 17e-eeuwse kapel Notre-Dame-de-Grâce is een favoriet bij zeelieden. Binnen vallen de vele dankbetuigingen, bootmaquettes en kleurrijke glas-in-loodramen op. Na een lange boswandeling, langs de oude landhuizen, boerderijen en kastelen van Equemauville bezoek ik de Maisons Satie. Het wordt een surrealistische visite tussen geanimeerde fragmenten van het leven van de Franse componist, die in dit prachtige vakwerkhuis werd geboren. Op het einde van deze originele beleving tref ik op een witte zolder een onzichtbare Erik Satie aan, die vol passie een witte piano bespeelt. Au revoir, Monsieur Satie.
En au revoir Pays d'Auge en kaas- en ciderstreek Calvados. Au revoir majestueuze Seine. Hoewel het te zonnig weer is om te reizen, zit ik de rest van de namiddag in treinen, met korte tussenstops in vertrouwde steden. Een laatste tocht in hartje Le Havre. De eeuwige gele velden van Normandië. De majestueuze Notre-Dame van Rouen. De waterspuwers van het gotische Palais de Justice. De schitterende renaissancepoort Gros-Horloge en de hoge vakwerkhuizen. Een bezoek vluchtig als een herinnering. Belfortsteden Albert, Arras en Dowaai, tot slot Rijsel.
De hoofdstad van Frans Vlaanderen ken ik als mijn broekzak. Dineren doe ik op het Place de Théâtre, met mijn rug naar het belfort en met zicht op het gekke klokkenluiderspoppetje. Opvallend in hoeveel etalages de Belgische driekleur uithangt. Het is binnenkort weer 21 juli. Ik vind een heerlijk bizarre bar versierd met dierenkoppen, creepy baby's en oosterse tapijten. Handen kruipen uit de bakstenen muur en geven me de vinger. In de Rue Royale puilen de terrasjes uit. Vendredi soir, ook in tijden van corona. Mijn laatste dag in Frankrijk spendeer ik niet alleen. Net voor de middag haal ik Anke op in Gare de Lille Flandres. Het voltallige personeel van een Italiaans restaurant zingt 'Bella Ciao' op straat en het hele plein doet mee. Ik toon Anke de stad. Het boekenmarktje in het beursgebouw. Ik koop Zola en Yourcenar. Au génie inventif. Aux Lillois. Porte de Paris.
We bezoeken het enorme fort van Vauban, waarin een kleine zoo is gevestigd. Vooral de tapirs en manenwolven (de meest elegante dieren ooit) trekken onze aandacht. Ook interessant is de bewogen ruzie tussen een waterhoen- en een Magelhaengansfamilie. Uitbollen doen we in het Parc Henri Matisse, bij de bloemen van Yayoi Kusama. En zo komt er een einde aan mijn vijf dagen Frankrijk. Waar gaan we binnenkort naartoe?

Flavours of the month

Summertime. And it doesn't get any more sunny than the sweet art rock of Everything Everything, who have claimed the top of this list... twice. Also featuring two times this month are Bright Eyes and Doves. Lots of lovely songs to put on.

  1. Everything Everything - Planets
  2. Everything Everything - Arch Enemy
  3. Vrovl - De Stuurman
  4. Sufjan Stevens - America
  5. Bright Eyes - Mariana Trench
  6. Doves - Prisoners
  7. Public Enemy feat. DJ Premier - State Of the Union (STFU)
  8. Thurston Moore - Cantaloupe
  9. Somebody's Child - We Could Start a War
  10. Bright Eyes - One and Done
  11. Thumper - Topher Grace
  12. The Compleat Angler - Silence In Colour
  13. The Blinders - Mule Track
  14. Inhaler - Falling In
  15. Michael Stipe & Big Red Machine - No Time For Love Like Now
  16. Turtle Skull - Who Do You Ask?
  17. The Rolling Stones - Criss Cross
  18. HAAi - Head Above the Parakeets
  19. Jaga Jazzist - Spiral Era
  20. Doves - Carousels
  21. Woodkid - Pale Yellow
  22. KOALA feat. Notizz & Jack Daniels - Passed Death
  23. Kele - Melanin
  24. Terrace Martin feat. Denzel Curry, Daylyt, Kamasi Washington & G Perico - Pig Feet
  25. Teen Creeps - Anecdotes
  26. Black Foxxes - Badlands
  27. King Gizzard & The Lizard Wizard - Honey
  28. Bob Mould - Forecast Of Rain
  29. Bee Bee Sea - Gonna Get Me
  30. Frankie Fame - Not Me

vrijdag 10 juli 2020

Ballonnenvrees Ranst 8 juli 2020

Het recente verleden was een en al verwarring en vereenzaming van alles wat we graag doen. Ook de nabije toekomst is nog wat onzeker. In elk geval hebben we woensdagavond voor het eerst sinds februari nog eens een live editie van Ballonnenvrees kunnen beleven, eentje met een locatie en een publiek en zo.
Het was de bibliotheek van Ranst, een dorpje aan het Albertkanaal, dat Ballonnenvrees uitnodigde voor een poëzieavond. Gert Vanlerberghe had drie gasten uitgenodigd, en de bib zorgde voor de sociale afstand. De organisator-presentator opende de avond met vooral veel nieuw werk, vooral lockdownteksten met een hoge herkenbaarheidsfactor. En klassiekertje 'Aladdinges' is altijd ambiance verzekerd.
"Praten helpt", aldus lokaal talent Kristien Van Hee. Haar tongue-in-cheek open biecht resulteerde in een hilarische blokfluitauditie. Ze ensceneerde ook een doktersbezoek: de muren komen op me af. Ook 'Als Angst Regeert' is een rake tekst die helaas voor velen herkenbaar zal zijn. Haar oude tekst over slapeloosheid door te veel te piekeren wil niet lukken, jammer, want die klonk beloftevol. Met afsluiter 'Behoud Haar Waarde' breide ze een erg geestig einde aan haar tragikomische set. Dit is het soort van cabaret waar we meer van willen zien.
Straffe oldtimer Gust Peeters beet de spits van zijn set af met een poëtisch stilleven, waarna hij zijn liefde verklaarde aan de boeken. Ook de gedichten 'Van Water en Van Vuur' en 'Collectief Alleen' passeerden de revue, die laatste opgedragen aan dichter Tom Driesen. Dan waren er nog twee korte teksten vertaald uit het Catalaans en zijn vertaling van een nummer van Leonard Cohen. Gust excelleert in wat klassiekere teksten met af en toe een onmiskenbare muzikaliteit. Op zijn supersnel punkgedicht 'Mensenmanie' zou je zelfs kunnen moshen, mocht dat nog mogen. Heel even nam hij ons mee naar paralelle werelden, ver weg van deze druilerige woensdagavond.
Anke Verschueren, net afgestudeerd aan het conservatorium, bracht knappe woord- en tooncompositietjes met behulp van haar loopstation. Haar inspiratie haalde ze uit deze uitdagende tijden. Het zijn speelse teksten waarbij ze haar stem ten volle kan benutten. Zo spinde ze een bevreemdende sfeer waarmee ze de verwarring van deze tijd perfect wist te vangen, met een vrolijke tristesse en knipoogjes naar Paul Van Ostaijen. Met haar slotzin verwoordde ze de huidhonger: "Het is de regen. De enige die mij nog aanraakt." Een ander nummer, gedrenkt in een unheimlich futurisme, ging over zelfrijdende auto's (bezoek zeker haar website www.dudewhereismyflyingcar.com) en The Moral Machine: een experiment waarin je moet beslissen wie de zelfrijdende auto moet doodrijden. Van een origineel onderwerp gesproken. Anke sloot af met een soulvol eerbetoon aan Yasmine en aan flirten, iets wat we tijdens de lockdown hebben moeten missen.
Bedankt aan de bibliotheek van Ranst, aan m'n dichters en natuurlijk aan iedereen die erbij was deze avond. We proberen nog enkele kleine edities in Antwerpen zelf te organiseren, maar eenvoudig is dat allemaal niet. In elk geval - hout vasthouden - is er op 12 september een eerste editie in het Cultuurcafé van Hoboken. Fijne zomer! 
 
Foto's: Gust Peeters

dinsdag 7 juli 2020

La speranza è l'ultima a morire

LA SPERANZA E L'ULTIMA A MORIRE

uno

Ook vandaag geen regen in Italianië. En ook morgen en overmorgen geen druppel. Geen hoop op beterschap voor volgende week en overvolgende week, aldus de weerman, die binnen twee weken hetzelfde zal beweren. De beweerman.


De akkers hebben dorst. De moeders ook, al is het nog steeds geen martini o'clock. De kinderen zagen en klagen en roepen en tieren dat iedereen in il villaggio het horen, zien, ruiken, proeven en voelen vergaat. Ook zij hebben dorst en de chocomelk is op.


En hoe zullen al die alleenstaande huismadri en huispadri deze tergend trage, deprimerende, snikkerdesnikhete dag weer overleven? De deurmat dubbelbesmeerd en -besmeurd met klei, stof en stront, zodat je 'Benvenuto!' niet eens meer kan ontcijferen. Mooi zo. Niemand loopt nog deuren plat.


Ook 's nachts hangt er weinig anders dan blues in de lucht, niet de muziek maar de staat van zijn. De maan ligt weer in de goot en de sterren spoelen we weg in de lavabo. Samen met onze plannen en ineens gans onze toekomst erbij. Was je handen in de goot, poets je tanden in de sloot.


Eenzaam als een wolk, eenzaam als het graf aan het grasmeer, waar de hoop nog wel eens durft op te flakkeren, tegen beter weten in, voor de schijn wellicht, of voor de schone ogen van verdwaalde kapitaalkrachtige toeristen van Calabrische komaf, hun hart aan de grauwe wolkenpakken verpacht. Ontvolkte ommelanden omarmen nu de H2O- maffia.



due


Vanavond heten wij Dagobert Duck.

Wij zwemmen niet in het geluk,
maar in het slijk der aarde (bij gebrek aan H2O)
en al sedert onze moeders ons baarden,
we hadden nog geen snorren of baarden,
wij zouden hier nooit ofte nimmer kunnen aarden.
Toch steunen wij iedereen door dik en dun,
want zo zijn wij, steunberen, halve steunzolen.
Zelfs Kevin steunen wij,
en als Kevin valt, dan rapen wij hem op,
en als Kevin van een brug springt, gaan wij erachteraan,
en als Kevin met Corona in bed ligt, vertellen wij het zijn vrouw.
ha ha ha ha ha ha


tre


In de lobby van Hotel Mamma staart Giacomo verveeld voor zich uit. Op de achtergrond speelt Radio Mamma. Op zijn schoot ligt de Gazzetta della Mamma van vandaag. Cipressen en olijfbomen aan de horizon. Bob Dylan op de radio. Duizend bommen en granaten in de krant. "Is dit nu alles?", zucht Giacomo en hij nipt nog eens van zijn lauwe cappuccino op basis van stof en grind.


"Straks is er nog Boston en een ballade van Clapton", belooft de radio, waarop Giacomo opnieuw zucht en zijn reebruine ogen weer naar het raam afdwalen. "The sky is the limit", probeert de radio nog. "De nieuwe single van Bieber komt eraan na het nieuwsblok. Meer bommen en granaten allicht."


Weer geen Tsjaikovski. Weer geen vooruitzichten. Enkel achteruitzichten, kommer en kwel, blommen en granaatappels, klei en mest, stof en stront. Uit de kraan druppelt enkel nog de herinnering aan H2O. Er is droogte bij de vleet. Er is droogte genoeg voor iedereen.



quattro


Vanavond zijn wij Donald,
we livestreamen ons privilege
vanuit onze bibberbunker.
Laat ze maar tweeten en hashtaggen,
wij weten beter, wij zijn slimmer.
Onze karaf is altijd halfvol,
in elk geval nooit leeg.
Nooit deed een wittehuizenaar
wittekluizenaar
meer voor de minderheden
dan heden: tevreden?
Kevin bestaat niet. Giacomo ook niet.
Kevin hebben wij uit onze duimen gezogen
en Giacomo uit onze pollici.
Bob Dylan bestaat echter wel.
Maar hoe lang nog? Voor hoe lang?
The times they are a-changin'.
The rhymes they are a-mazin'.
Ze wonnen zelfs een prijs.
Zijn wilde haardos grijs nu.
Wij, de jongeren die destijds
de wereld gingen upgraden,
crooners van het eerste uur,
boomers van het laatste.
Vanavond verdelen wij
nogmaals de wereld onder elkaar.
What a carve up, eh?


cinque 

"Due bicchieri d'acqua per favore. Quanto costa?"
"Cinquantotto euro."
"Come?! E carissimo!"
"Sì, l'acqua non è più economica."
"Allora, cin cin!"
"Cin cin!"

Pas in de achtste dorpskroeg vonden Giacomo en Agnese acqua frizzante dat geen sporen van klei en mest, stof en grind bevat. Daar hadden ze gerust een dagloon voor over, want ze hebben wat te vieren. Al tien jaar houden ze het met elkaar vol. Schol. Zo'n mijlpaal verdraagt geen brol.

Iedereen in de bar kijkt afgunstig naar hun bicchieri d'acqua. Dat is volk dat op ons neerkijkt omdat het zich nog H2O kan veroorloven, horen ze hen denken. Wellicht volk dat nog douches neemt en handen wast.


sei 

Als een echte Donald sakkeren we op elke suggestie pro vooruitgang. Rac- en seks- zijn ismen die een dam vormen tegen veranderen. Schaaf de ongelijkheid weg en ons goudgelokte privilege stort als een house of cards in elkaar. Beschaving leidt alleen maar tot verwarring. Gij weet: all lives maga.

Een echte Donald gedijt in een crisis als een vis in het H2O. De goudgelokte oranjegesmoelde rattenvanger van Hamilton, Ohio blaast als een in het nauw gedreven garfield, nl. hoog van de gouden toren. Pull the twitter, bunker boy. Krijg de volkswoede nog eens over je heen. Met je vlugge lilliputtervingers en je bullebakkes.

Zet je met een beker stomende covfefe voor je scherm & go nuts. Over hoge muren die je ego moeten indijken. Over rode knoppen, groter en krachtiger dan die van de anti-Donald. Over de rechtbank voor de rechtbank slepen. Over hoe je wind nooit echt hebt begrepen. Over het geboortecertificaat van je demonische voorganger.

Over fake fake fake. Over rake rake rake. The news is finished. The woods are Finnish. En wil de echte Donald alstublieft rechtstaan van zijn troon en afzetten zijn kroon en misschien ook ineens zichzelf.

Met de hoogste minachting verblijven wij in de veilige bubbel van onze beeldschermgloed. Wij de zwijgende meerderheid weten dat het toch nooit zal beteren. En als het je niet aanstaat...   


sette


En zo vangt de goudgelokte opgefokte zongeklopte zijn derde ambtstermijn aan en palmt hij alle televisiekanalen van Italianië in. Nooit water uit de kraan. Altijd dat bullebakkes op onze buizen. Zullen we verhuizen?

C'è il sole en nooit eens pioggia laat staan neve. Stralend schralend broeiend schroeiend.

Zullen we naar Finlandistan verhuizen? Daar harken ze hun wouden schoon en spenderen ze de hele dag in sauna's.

Of gaan we naar Kaunas. Daar leggen de temperaturen ons niet in de luren en liggen ze als ooit in Toscane rond de dertig graden. Kevin nemen we toch gewoon mee?

En, Giacomo, ik wil dat je weet: daar is H2O bij de vleet.