maandag 21 juni 2021

Requiem

opnieuw te laat voor
alweer een begrafenis in je hart
kan de grond de sterfte nog torsen
 
hoe gaat het en wie ben je vandaag
wordt er nog geëtterd uit welke wonden
 
orgaanfalen en de lever dronken
en lang leve de regen van morgen

want ze geeft je de kans om te zorgen
voor diepvriesverdriet
kan je ook lachen of wil je het niet

heb je de doodgraver
dubbel betaald
een voorschot op smart
smeergeld voor mijn part

of loon voor de drug die je kaapt
een downer waardoor je het leven verlaat
of toch voor heel even
de hellemond gaapt

zo bingen op leed
haast cynisch
de kick die je cravet

tot op een dag je
jezelf nog begraaft

in wiens hart
zal je dan rusten?

dinsdag 15 juni 2021

Flavours of the month

If I'm not mistaken we skipped a month. Oh well. Meanwhile nothing but great music, and we even have some songs from March or April that have survived so far. Godspeed You! Black Emperor and Peeping Drexels have even barely moved from their previous positions. All three singles of the London-based craziness called black midi are listed this month. The collaboration between CHVRCHES and Robert Smith is definitely a pleasant surprise. This must be the very first time the band enters my list. More new wave vibes with Whispering Sons and Cold Cave. Muse is celebrating the 20th anniversary of their best album. Two legendary industrial noise bands team up. And of course there's lots of brand new post-punk. Enjoy the entire list here.

  1. black midi - Slow
  2. black midi - Chondromalicia Patella
  3. Amenra - De Evenmens
  4. Godspeed You! Black Emperor - A Military Alphabet / Job's Lament / First Of the Last Glaciers / Where We Break How We Shine
  5. Peeping Drexels - Miami Lounge
  6. Curtis Harding - Hopeful
  7. CHVRCHES feat. Robert Smith - How Not To Drown
  8. Whispering Sons - Heat
  9. Too Tangled - Deja Vu
  10. Cold Cave - Prayer From Nowhere
  11. Folly Group - Awake and Hungry
  12. alexalone - Ruins
  13. Poté feat. Damon Albarn - Young Lies
  14. Mdou Moctar - Taliat
  15. Meat Wave - Tugboat
  16. Autosleeper - Substance, Sometimes
  17. Sons Of Kemet feat. Kojey Radical - Hustle
  18. Bleachers - How Dare You Want More
  19. Little Simz - Introvert
  20. Squid - Pamphlets
  21. black midi - John L
  22. Pond - America's Cup
  23. HEALTH x Nine Inch Nails - Isn't Everyone
  24. Destroy Boys - Drink
  25. W.H. Lung - Pearl In the Palm
  26. Pangolin People - Can't Get It Hard
  27. A Place To Bury Strangers - I Might Have
  28. Muse - Megalomania (XX Anniversary RemiXX)
  29. SCALPING - Empty Cascade
  30. Amon Tobin - Rise To Ashes

maandag 14 juni 2021

Er zijn meer kippen dan alle andere vogels bij elkaar

een infuus gevuld met wodka
het evangelie volgens VOKA
de valse lach van de econoom
een requiem voor elke kerstboom
iedereen voetbalcoach op Facebook
vermiste katjes in de Seefhoek
defenestratie van een tsarin
en zonder handen het nieuwe jaar in
moeder van acht wacht op een eisprong
een snelheidstrein die eens op tijd komt
de leugens van een burgemeester
en fuck die anderhalve meter
de harde stoelgang van een bizon
een bommengordeldier op Schiphol
een explosieve endeldarm
spuit die 5G maar in mijn arm
herdenk het lockdownsurrealisme
wat met het virus van racisme?
in het vagevuur geen rijstebrij
ik zit op TikTok, kijk naar mij!


Afbeelding: street art van Alain Welter

zondag 6 juni 2021

H.H.H.H.

Vooruit dan maar. Musea bezoeken mag hij nog wel van zijn schoolmeester. Antonio had niet gedacht dat het zo moeilijk zou zijn. Hij kan probéren Bea minder vaak te zien, maar de relatie tijdelijk bevriezen, dat ziet hij echt niet zitten. Het kunstmuseum aan de kaaien heeft een interessante collectie uit de laatste tweehonderd jaar. Al gauw laaft Antonio zich aan het multiversum dat de vele werken van Picasso, Dalí , Miró, Ensor, Gauguin, Rops en Alechinsky opwekken.

Bij een van de meest moderne schilderijen verstijft hij. Meteen herkent hij het serene vernuft van de meesterhand van Théodore Géricault. Vreemd dat de Medusa niet in het Louvre maar in een Antwerps museum van zakdoekformaat hangt. Dan merkt Antonio dat er iets in het doek is veranderd. Dit is de Méduse niet. Dit is net zo min het beroemde werk van Géricault als L.H.O.O.Q. van Da Vinci is. Die postmodernistische arrogantie ook.

Het werk is van 2018, wat de schipbreukelingen onvermijdelijk bootvluchtelingen maakt, want zo werkt maatschappelijk geëngageerde kunst. De Turkse schilderes, Gulcan Tatar, razend populair op Instagram, heeft niet eens iets toegevoegd aan het meesterwerk. Integendeel, ze heeft elementen verwijderd, en dat is haar toevoeging, haar toegevoegde waarde.

De gezichten van de 19e-eeuwse pechvogels zijn weggevaagd. Grillige witte vlekken waar voorheen lijdende karakterkoppen. Anoniem afzien, als dat geen treffend concept van onze tijd is. Zou de artieste doelen op de ontmenselijking van die zogenaamde gelukszoekers in de sociale media? Was er vroeger meer compassie, empathie, respect, begrip, eender wat van menselijke gevoelens die we in de loop van de gedigitaliseerde jaren zijn kwijtgeraakt?

Zijn de vele levens die de Middellandse Zee, de eigentijdse verbrandingsoven, de mediterrane moloch, gretig tot zich neemt, gezichtlozen, anoniem in hun overvloedige en dus onbelangrijke aanwezigheid in de statistieken? De vele vele cijfers als een monoliet van de dreiging, het hulpeloze gevaar. Persoonlijkheden die door de publieke perceptie tot maden worden vermalen, de mens die schilfert, erodeert, verkruimelt tot een gestalte waarin vaagweg nog de contouren van een individu kunnen worden opgemaakt. Is dit een mens?

Dat sterft maar massaal. Dat verzuipt en spoelt aan en vergaart faam als opgezwollen bolle blauwe grauwe approximatie van een peuter. Lijken langs de kustlijn gelijk lijken langs de omheining, aan elkaar vastgevroren in de sneeuw, als uit één blok carrara gehouwen. En onze tenen krulden en onze maag kromp en ons geweten wist van schaamte niet waar kruipen. En onze monden spraken klanken die zich in honderden talen laten vertalen als dit nooit meer. Rijstvelden, oerwouden, stranden, kampen, woestijnen, metrostations, scholen, promenades, hospitalen, stadions, concertzalen – identieke taferelen die zich ad infinitum herhalen als goedkope spaghettiwesterns waarvan je het einde al kan raden. Dit nooit meer.

De vraag stellen is ze beantwoorden. Jazeker, Primo Levi. Maar een compleet verwoeste vervlakte verkruimelde verscheurde opgevreten en uitgescheten en daarom verfoeide restwaarde ervan. De eindhalte ervan, het nulpunt ervan, ground zero.

Nooit eerder schreeuwde een kunstwerk zo machteloos om hulp. Geen Schreeuw geen Guernica geen Medusa vertolkt de complete ontreddering zo eloquent als dit werk.

Zijn ogen dalen ettelijke minuten af naar de titel van het werk. Het heet H.H.H.H. Wanneer hij zijn blik weer op het doek laat vallen, merkt hij tot zijn ontsteltenis dat de blanco gezichten nu in schaterlachende smileys zijn veranderd. Compleet met dikke tranen op de wangen. 

donderdag 3 juni 2021

Literaire tip: Meriswin

Hoe lyrisch bezingt woordsmid Hafid Bouazza zijn 'stad van muzen en muizenissen' bij de aanhef van Meriswin, zijn roman uit 2014. Zijn gevleugeld proza drink je het best gulzig maar nadrukkelijk, met volle teugen zoals de wijn die ons zo dronken voert, een chemisch proces dat hij zo meesterlijk beschrijft. Gulzig, maar met een gepast verpozen tussen de slokken door, opdat zijn eigen woorden goede kansen hebben om maximaal door te dringen. Want gemakkelijk zijn de boeken van de Marokkaans-Nederlandse auteur niet. Meer dan eens geeft zijn onmetelijk rijke woordenschat je de drang om naar een verklarend woordenboek te grijpen. Al kan je dat net zo goed zo laten.

Na Bouazza's dood in de afgelopen lente werd het tijd dat ik me in zijn werk verdiepte. Eerst nipte ik van de novelle Spotvogel, een stylistisch meesterwerk met een verhaal dat flinterdun is, en haast ongeloofwaardig wreed. Het was echter zijn rijke schrijfstijl die me honger naar meer gaf.

In Meriswin schuiven we bij op het terras van een taverne waar de kastelein en elke stamgast uitvoerig worden beschreven. Met het hoofdpersonage belanden we in de kliniek. Pijn, cirrose en delirium worden even trefzeker beschreven. Samen met hem struikelen we van werkelijkheid naar delirium en weer terug. De reis is episch en penetrant, extatisch en meedogenloos. We huiveren met hem mee, want lijf en geest zijn in levensgevaar.

Dat Bouazza een vogelkenner was, schemert niet zelden door. De roeken, eenden en pestvogels fladderen lustig tussen de bladzijden; net als de namen van medicijnen die hem op zijn beurt vleugels zouden moeten geven: lorazepam, tramadol, paracetamol, imipramine... De wind die tussen de takken struikelt, de dronkelap wiens geest in zijn mondhoeken hangt, een regenval als een ineenstortende burcht, borstjes als egelsnuitjes; en lees zelf maar eens wat anatomische gierigheid zoal inhoudt. En dan is er nog zijn tot de verbeelding sprekende beschrijving van een innige ontmoeting tussen neus en mond enerzijds en de labia anderzijds, een pagina's lange befbeurt.

Enivrez-vous.

"Onze weg vonden we niet terug, uitgeput als we waren van plezier en genot. Meeuwen en reigers en zwanen deden wij opschrikken, maar opvliegen deden ze niet, gewend als ze waren aan grachtenvallers en waggelaars aan de rand van de kades en waanzin. Wit en zilver sierden ze de jaden hemels van ons delirium. Straatlantaarns aan de verlaten grachten keken naar hun reflecties alsof ze zelfmoord overwogen."