We zijn zo broos.
Elk echec blijft aan ons kleven,
draden van falen. Radeloos
pogen magie uit drek te zeven.
Goudzoekers sinds het begin,
onze queeste niet zonder gevaren.
Tegen beter weten in
op de tast naar hogere waarden.
Wij gaan plat op onze buik
om onze kansen te vergroten.
We zijn moe, willen naar huis,
met de staart tussen de poten.
Ook al zoeken maar niet vinden,
heel de hooiberg uitgekamd,
er is een naald die ons kan binden,
als onze puinhoop aan de kant.
Woon wat een mooi gedicht, zo raak en toch zacht. Bedankt
BeantwoordenVerwijderenHartelijk bedankt voor de feedback! Heel blij dat te lezen :)
BeantwoordenVerwijderennog beter mét muziek ;-)
BeantwoordenVerwijderen