Deze tekst gaat over de Bonus Army, veteranen van de Eerste Wereldoorlog die in 1932, in het midden van de Great Depression, op de Anacostia Flats in Washington, D.C. hun compensatie voor de bewezen diensten kwamen vragen. President Hoover begon dat bijzonder vervelend te vinden en riep het leger in om dit zootje ongeregeld van de straatstenen te vegen. Hoe ironisch, merkt Paul Auster in zijn non-fictieboek Report From the Interior op. En dan blijken de vooraanstaande helden van de Tweede Wereldoorlog, tien jaar later, nog de bevelhebbers te zijn geweest van deze verwerpelijke actie van de US Army. Een stukje Amerikaanse geschiedenis waar ik niets van af wist tot ik deze week Austers laatste boek in Litouwen las. Het inspireerde me tot het schrijven van onderstaande tekst:
Ze kwamen met velen. Ze wilden hun geld.
Ze hadden gevochten voor God en vaderland
in een oorlog tussen macholanden
die er zelf ook niet meer aan uit konden,
aan de andere kant van deze aardkloot,
een hele wereld in oorlog, een 'Grote Oorlog'.
De goeden hadden gewonnen en al was weer
peis en vree, maar nu stonden ze daar weer...
met tenten, kartonnen dozen, hoop op hun bonus
en een schouderklopje van Patman, de smeerlap.
Oorlogshelden, zoveel is zeker, maar nu zijn het aasgieren,
willen ze hun zogenaamde trauma's uitmelken om
beter door die rotcrisis te komen, alsof iemand
ooit al is gestorven omwille van wat honger,
alsof hun fantoompijn zou wegebben door in
de achtertuin van de president,
of all places, hun kamp op te slaan,
alsof Hoover geen andere zorgen aan zijn kop had.
Wat ze ook in Frankrijk hadden uitgevreten, hoeveel moffen ze ook afgeknald,
ze verlaagden hun status tot bedelaars, profiteurs van de Staat.
Een mooie kans voor hun opvolgers om de vorige generatie
zonder pardon weg te jagen: Patton! MacArthur! Eisenhower! De fik erin!
Zie katoen en karton branden. Weg met het leger, lang leve het leger!
Ooit zullen ook zij helden. Ooit landen zij op stranden, beschieten zij tanks
en sluiten zij kampen. Eerst nog wat oefenen op hun voorgangers.
Ze kwamen met velen. Ze gingen terug met lege handen, als ze die nog hadden.
En na vele jaren voelen zij soms nog de fantoompijn van hun vaderlandsliefde.
Bron: Auster, Paul, Report From the Interior, New York, Faber and Faber, 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten