Het Caledoniapad volgt het vrolijk kabbelende riviertje Krios Potamos bergafwaarts richting Platres, tussen de slanke, hoge dennen, sparren, eiken en uit de kluiten gewassen jeneverbessen. Best aardig is de roodbruine Calchische aardbeiboom. Kris-kras voert het pad me over het riviertje, soms via bruggetjes, dan weer over loszittende stenen, steeds steiler, wat kleine watervalletjes vormt die de 13 meter hoge Caledonian Falls aankondigen. In het heldere water kan je de vissen zien zwemmen. Aan de waterval ben ik alleen, op een wat zielig ogende kat na. Platres is een aangenaam vakantiedorpje niet ver van een forelboerderij. Ik vlij me neer op het balkon van een restaurant en geniet van de rust, de zon en mijn moussaka. Zelfs in de bergen is het 28°C, en in de steden maar liefst 30°C, wat zelfs voor Cyprus warm is in februari.
Met een tussenstop in Limassol reis ik verder, naar Pafos, aan de westkust. Deze historische stad bestaat uit Kato Pafos en de Turkse wijk Ktima. Die laatste ligt in de bovenstad, rond een markthal en de Kebirmoskee. Overdag moet dit een gezellige wijk zijn, maar 's avonds is Ktima amper verlicht en zo goed als verlaten. Bovendien is de Makariosstraat opengebroken. Het centrum van de bovenstad telt enkele bars. De benedenstad is voor morgen, dan stappen we de wereld van de Griekse mythologie binnen.
Ook de volgende ochtend is het snikheet. Ik kuier tussen de zogenaamde koningsgraven aan de kust, een indrukwekkend complex van de archeologische overblijfselen van graven die in de Griekse en Romeinse tijd uit de rotsen zijn gehouwen, niet voor koningen, ondanks hun naam, wel voor rijke families. Het is een bijzonder mooi landschap, met de zee vlakbij, de vrolijke zang van leeuweriken, en hagedissen in alle maten die tussen de rotsblokken wegschieten. Sommige van de koningsgraven zijn paleizen op zich.
In Kato Pafos, de benedenstad, staan enkele mooie kerken. Eén ervan is de kruiskoepelkerk Agia Kyriaki Chrysopolitissa, te midden van de archeologische site van een vroegchristelijke basiliek. Paulus zou aan een van de vele zuilen zijn vastgebonden en gegeseld. Het zomert op de zeedijk, die een mooi panorama biedt op het Kastro, een Turks middeleeuws fort, en het archeologische park. Dit unieke terrein huisvest de ruïnes van enkele villa's, waarin knappe vloermozaïeken over de Griekse mythologie vertellen. Zo is er het huis van Theseus, met het verhaal van de Minotaurus, en het Huis van Achilles, waar de mozaïek toont hoe deze Griekse held als baby in het water van de onkwetsbaarheid werd gebaad. Zijn moeder hield hem vast aan zijn hiel, opdat hij niet zou verdrinken. In de Trojaanse Oorlog velt Paris hem door net daar een pijl in te schieten.
Het Huis van Dionysos verhaalt over mythes die verband houden met de wijngod. Belangrijke thema's zijn de jacht, de dronkenschap en de jaargetijden. Verder leren we over de door Hippolytos afgewezen Phaedra; de panter die onbewust het doodvonnis tekent van de geliefden Pyramos en Thisbe, in pure Romeo en Julia stijl; de zonnegod Apollo die niet van de nimfen kan afblijven; enzovoort, enzoverder. Een waar stripverhaal van de Griekse mythologie! Ook het Odéon, het 2e-eeuwse uit de rotsen gehouwen theater niet ver van de witte vuurtoren, is de moeite. Het Saranda Kolonnes toont de ruïnes van een Frankisch kasteel. Dionysos wakkert mijn dorst naar wijn aan, die ik degusteer bij een traditioneel Cypriotisch gerecht, in een taverne op de zeedijk van Pafos. Een oude Britse man zingt liedjes van Al Johnson uit volle borst. Hij woont hier al zeven jaar en kent Antwerpen heel goed. We dreigen in een discussie over het Palestijnse conflict verzeild te geraken wanneer ik merk dat ik mijn bus moet halen. Vriendelijke man.
Ik reis af naar Pétra tou Roumiou, de Rots van de Romein. Volgens de mythe sneed Kronos de edele delen van zijn vader eraf met een sikkel en wierp hij die in zee. Uit het schuim dat opborrelde zoals dat enkel bij instant godensperma kan, werd Aphrodite, godin van de liefde, geboren. Uiteindelijk spoelde ze op de zuidkust van Cyprus aan en werd deze plek een heiligdom. De rots in kwestie zou Digénis hierheen hebben geworpen om de Arabieren af te schrikken. Hoewel een bordje aanduidt dat het verboden is de rots te beklimmen, doen sommige toeristen dat toch. De golven likken het mooie kiezelstrand, als natte tongen. Een vader toont zijn dochter hoe je een platte steen over het water ketst. Hier heerst vrede. Hier is de liefde geboren.
Terug in Pafos zet de zonsondergang de baai in lichterlaaie. Oranje en roze strijden om de bovenhand, waar de looks van het Kastro alleen maar wel bij varen. Aan de wensboom die voor het heiligdom Solomoni staat, wens ik betere tijden voor de bevolking van de landen aan de overkant van de zee, maar in tegenstelling tot de andere gebruikers van de boom, wind ik er geen doekjes om. Nog later op de avond geeft elke bar in Limassol voetbal. Behalve een duistere rokerige rockbar, waar Nick Cave en Arctic Monkeys luid door de boxen worden geramd. En met een Keo erbij lukt het schrijven eens zo goed.
Een nieuwe snikhete dag kondigt zich aan en na alweer een busreis loop ik opnieuw door de zonovergoten binnenstad van Nicosia. Mijn reisroute is alle logica verloren, behalve die van de unfinished business die ik, iets over de helft van mijn reis, hier en daar nog moet afhandelen. Zo was ik de schitterende mozaïeken en iconen van de kleine Ioanniskathedraal nog niet komen bewonderen. In dit prentenboek van bijbelse taferelen, over het hele interieur uitgesmeerd, heeft alles betekenis, is alles symboliek.
Na een laat ontbijt op een terras naast de Panagia Faneromenis blijf ik nog wat rondhangen in de gezellige drukte, alvorens weer zuidwaarts te reizen, naar Choirokoitia, en de opgravingen van een neolithisch dorp van stenen hutten die tonen hoe ze hier 9000 jaar geleden leefden. Dat is het meest duidelijk in de haast perfecte reconstructie van zo'n dorp uit het stenen tijdperk. De structuur van het neolithische dorp zelf is nog heel herkenbaar. Een pad voert me erdoor heen. Verschillende skeletten werden hier gevonden, begraven in foetushouding. De restanten van een poortgebouw leren ons dat veiligheid primeerde. Om het dorp binnen te gaan moest men eerst drie trappen op en langs een muur. Men kon niet voorzichtig genoeg zijn, ook toen niet, heel heel heel lang geleden.
Terug in Lefkosa eet ik manti, Turkse ravioli, op de schemerende binnenplaats van de Büyük Han, voortdurend in het oog gehouden door hongerige katten, en zak daarna af naar een coole bar voor Efes, Turks bier, en Porno van Irvine Welsh, mijn reislectuur. Toevallig hangt er een grote poster van Trainspotting. Choose your future. Choose life. De Engelse barman en ik verzeilen in een lange discussie over de twee boeken, de film en de geplande film Porno. Net als het hoofdpersonage heet hij Simon. Af en toe wordt Bon Ivers achtergrondmuziek overstemd door islamitische zang van buiten. Dronken steek ik de door de bezetter vastgelegde grens over. In Trelladiko, een bar die vol hangt met foto's van muziek en films uit de jaren vijftig, vlakbij de Panagia Faneromenis, krijg ik een shotje zivania bij een Keo. En zo volgen er nog bars.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten