zo krijg je veel meer binnen.
Ik rol u op als de assen uit uw haar.
Gij verkommert tussen gusten en franken,
maar kom en glijd mijn longen binnen.
Van mij moogt gij lelijk zijn, als ge
maar in de juiste vorm opbrandt.
Een pracht als de nacht dwaalt met
een radeloze kracht, ge huist, wreed
vernederd, in veder- en klederdracht.
Als wij nu eens niet vrienden blijven
en uw vel bekladden als een canvas.
Waart er een wolf tussen uw dijen,
ontspriet er verdriet uit uw akkers.
Laat mij u oogsten als fantasmen,
u deel per deel aaneen mummificeren.
Ik composeer u, puzzel uit fragmenten
van kadavers, blaas u het leven in
door al uw lichaamsholten.
Ik dichtte u een toekomst, gij gaf me verdriet,
ik bracht u superkrachten, gij bleef Kryptoniet.
En hier huivert gij aaneen, ongeleerd
en ongerept. Ik ben een druppel
water, maar gij gewoon gemeen.
En met uw stijve been en met uw drang alleen,
ik gaf u vorm maar gij zijt niets met gestalte.
Nu zijn wij uitgedoofd en veretterd,
knuffel mij dood als kanker.
Sterf mij af.
Sven de Swerts & Gert Vanlerberghe
Govert Kreuk Photography
Geen opmerkingen:
Een reactie posten