Ik droom van een boom
Waar de bladeren zuurtjes,
De takken zoethout
En de schors marsepein.
Geen pollen maar suiker
Als poeder verstrooid
Door de suikerspin
Die in plaats van de kruin.
Geef hem geen water,
Hij drinkt limonade,
En groeit en hij bloeit
Als bemest met kandij.
De vruchten die je in
De zomer kan rapen,
Zijn talrijk in vorm
En in kleur en in smaak.
Maar eet niet te veel
Want anders dan kastanjes
Stuurt snoepgoed je sneller
Naar de tandarts
Dan je auw! kan zeggen,
Je mond vol met gaten.
Bezuinig op 't rapen
Van wat de grond biedt.
Ik droom van een boom
Waar de bladeren zuurtjes,
De takken zoethout
En de schors marsepein,
De stronk cuberdon
En met beertjes bezaaid,
Alsook lolly's als zwammen,
Niet giftig maar zoet.
De hars smaakt naar honing.
Je krijgt een beloning
Na al dat gesmikkel-
Gesmakkel in 't bos:
Een tandartsbezoek,
Een dozijn nieuwe tanden.
Dus laat deze snoepbaobab
Maar met rust!
Maar met rust!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten