Het is weer tijd voor #NovemberVers, elke dag schrijven, en ik ben er nauwelijks op voorbereid. Laten we kijken hoe het dit jaar gaat. Maar laat ik eerst vanuit oktober een aanloop nemen. Er is daarnaast ook nog de Heiligencyclus, die naar een bescheiden uitgave in eigen beheer toewerkt, met deze maand de Heilige Hubertus van Luik.
"The truth is I'm worried they will get us before they get us." - Ocean Vuong
Zelfs het meest gevaarlijke dier likt wel eens aan zijn ballen als het daar anatomisch toe in staat is.
A broken record is always right. Or at least more than twice a day.
Het volgende is niet zo'n sympathiek gedicht.
Ik pis in het gezicht van de kant van het licht.
In Brussel-Noord vraagt spoorwegsecurity een jongen om zijn Halloweenmasker af te zetten.
Als ik mag
ik wil misschien dan wel je hond zijn
je kat of als het echt moet je parkiet
ik blaf en grom naar je fantoompijn
gooi een doek over je verdriet
of mag ik je alibi worden
elke uitvlucht die je verzint
beleefd breek ik dan al je borden
zoals een overspannen kind
wie weet word ik zelfs de houding
die jij dan aanneemt als je wacht
en in je ziel na de verbouwing
ben ik je troostprijs in de nacht
dan figureer ik in je dromen
en weet ik met mijn raad geen blijf
de waan die steeds zal blijven komen
volautomatisch tijdverdrijf
Frons I
de lijnen die je gezicht bij elkaar houden
een complexe frons die de dag aansnijdt
en het leven steeds wat beter denkt te begrijpen
met blos gestifte wangen een pallet van gul verlangen
een brein op modus oneindig
in ontwapend verglijden
een afbrokkelende grijns
collagehoofd in de steigers
wie zeilt er op de woeste golven
van groen verguld verwonderen
het ontwonden van de wereld
ontwikkel mijn opgewonden kopzorgen
en noem het: hoofd onder stroom
in de humus tussen huidplooien
verschaalt een zachte droom
Frons II
je fronst een kunstwerk bij elkaar
en touwtjesverft het leven
melkt de kleuren
uit een bulkend hoofd
en morst geduldig
te geduldig
een tedere vergissing
als de zure regen
die de heide gulzig smoort
je hebt het je gemakkelijk gemaakt
op de achterbank van mijn hart
zucht geel
lach rood
spreek blauw
leef groen
ik volg
Mensch (Frons III)
in de ban van bloedvergieten zijn wij
allemaal antisemieten
de arend op het rafelblazoen
verslikt zich in de watermeloen
nooit méér nooit méér nooit méér is nu
de struisvogel, de paraplu
het mededogen doet niet meer mee
van de rivier tot de zee
we braken bloed, niet eens het onze
voelen verre harten bonzen
maar het onze gevoelloos
zijn we ethisch zo verdoofd
is dit een Mensch
een vredeswens
verkoolde kleuter
gebroken lens
de oorlog tegen een waarheid die schuurt
een Westers normbesef verzuurd
Merz en Starmer houden zich koest
oefenen alvast hun mantra voor later
niet eens zoveel later:
WIR HABEN ES NICHT GEWUSST
Sjarelrooi I
Dit durfde ik enkele jaren geleden nog schrijven over Sjarelrooi. Verschillende kansen had ik de lelijkste stad van België gegeven en, op het Bois du Cazier en de Boucle Noire na, heeft de stad mij, anders dan Luik of Bergen, nooit kunnen bekoren.
Mijn bezoek aan de vierde stad van België, deze keer met Pascal Verbekens reisgids onder de arm, is een keerpunt. Als je weet waar je moet zijn, kan een uitstapje naar de parel van het Pays Noir niets minder dan onvergetelijk worden.
Terwijl ik dit schrijf, geniet ik van een espresso in Melanie De Biasio's favoriete koffiehuis, een van de vele tips in het boek, terwijl naast mijn een ouder koppel een mélange van Frans en Italiaans praat. Ik heb nog een glimlach op de lippen na een historisch gesprek met Etienne Grandchamps van boekhandel Fafouille en een bezoek aan Magrittes verbluffende fresco in het Palais des Beaux-Arts.
En zo geniet ik met volle teugen van de laatste kans die ik de bijna opgegeven stad bijna niet meer had willen geven. Dank u, Pascal Verbeken.
Sjarelrooi II
Ik zit in een volks buurtcafé in Charleroi - de Chimay Blanche smaakt - en hoor oude Italo-Belgen schande spreken over die 'Vlamingen en hun Vlaams Belang'. Het is inderdaad om door de grond te zakken van schaamte.
En die zit diep bij mij. Ik verafschuw alles waar 'de Vlaming' hier in het warme zuiden van ons land voor staat. En het wordt steeds erger.
Graag weer wat normaliteit. Extreemrechts mag nooit het nieuwe normaal worden. Het moet terug in de marginaliteit of we gaan het geweten hebben.
Een totale oorlog? Careful what you wish for, paljas.
Ikzelf zal me in elk geval altijd verzetten tegen de haat die in elke vezel van de Vlaams Belanger huist.
Et vive Magritte. Nog zo iemand die bij de georganiseerde terroristen van Antifa zat.
Vos I
Tijdens een natuurwandeling in Elzele betrap ik een man op het plassen voor zijn eigen oprit. Zichtbaar verrast en gegeneerd legt hij me uit dat hij zo een vos op afstand hoopt te houden die op zijn kippen jaagt. Leuned tegen zijn brievenbus propt hij zijn slurf weer in zijn broek. Niet voor nits noemt men deze wandelroute het Pad van het Vreemde.
Vos II
Reizigers die op het perron van Brussel-Noord op hun trein wachten, worden zaterdagochtend opgeschrikt door een verfomfaaide, totaal afgeleefde, versleten vos die bang over de sporen host. Social media-apps sluiten, camera-apps worden geactiveerd. Op de ooit fiere waaierstaart staat haast geen haartje meer. Ze doet ons eerder aan een rattenstaart denken. Een oor ontbreekt. Wat er nog rest van vacht is asgrijs uitgeslagen, de kleur van de voorstad. Radeloos verandert het diertje van spoor, richt haar kop op naar het hoge perron, buiten het springbereik van haar dunne poten. Wanneer de trein naar Namen nadert, houdt iedereen zijn adem in.
"On meurt lorsqu'on n'a plus assez de musique en soi pour faire danser la vie." - Louis-Ferdinand Céline
Duke
Met een koffer vol lekkernij sta ik aan je voordeur. Je doet open. Je mond een omgekeerde regenboog vol anticipatie. We installeren ons in je sofa. Ik open mijn koffer en jij de lade van de dvd-speler. We spelen Fear and Loathing In Las Vegas-bingo, een variant op menig drankspel. De aftiteling halen we niet.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten