Andalusië, deel 2: Van Granada naar Sevilla
Het is een lange rit naar Granada, maar gelukkig heb ik een gesprekspartner, een Spaans-Engelse studente. Dat maakt zo'n treinreis op slag een stuk prettiger. In Granada loop ik heel de met tot de verbeelding sprekende beelden bezaaide boulevard door tot in het centrum. De boulevard eindigt bij het grote bronzen hoofd van El Gran Capitán en een gigantische Spaanse vlag. Dat en de monumenten in de Jardines del Triumfo krijgen door het avondduister nog meer grandeur. De fel oranje verlichte Puerta de Elvira is de poort tot een bruisend uitgaansleven en boeiende undergroundscene in de steegjes van centraal Granada. Deze stad is springlevend en daar moet op gedronken worden. Ik beland in een psychedelische reggaebar en vervolgens in internationaal gezelschap in een kleine kroeg aan de overkant van de steeg. We spreken Engels, Frans en Spaans, en ik 'steel' even de vriendin van een jonge Noorse dichter, met wie ik Scandinavisch praat. De zatte toogpraat, voornamelijk in het Engels, is te gek voor woorden. Een oude Spaanse man blijft toasten, en de dronken Noorse schrijver blijft de meest absurde boodschappen verkondigen. Mieren overwinnen alles en iedereen, je kan mieren dus best te vriend houden. Wijze woorden. Het wordt een steeds zattere bedoening. Mooi zo.
De dag nadien maak ik de klim naar het wereldberoemde Alhambra, de enorme vesting die de titel draagt van meest bezochte monument van Spanje. Ik kuier langs de vele ruïnes, voorbij indrukwekkende poorten en paleizen, door netjes verzorgde tuinen. In het paleis van keizer Karel bezoek ik het Museum van Schone Kunsten, dat ontroerende schilderijen en sculpturen van Cano, Bocanegra, Morcillo en Mezquita tentoonstelt. Die handelen over plaatselijke thema's en natuurlijk christelijke taferelen. Het schilderij van Mezquita dat een nachtelijk zigeunerfeest uitbeeldt vind ik bijzonder sterk. Verder is er de ruïne van de Hamam, het versterkte fort Alcazaba en natuurlijk Los Palacios Nasrides, de schitterende woonst van de emirs.
De patio's, de tuinen, de salons bereiken de perfectie. Dit is het summum van de Moorse architectuur en een feest van arabeskes, azulejo's, zuilen, arcades, koepels, stalactieten... Een wandeling door dit paleis is een ononderbroken estetisch orgasme. Het Leeuwenhof, met zijn fragiel ogende stucwerk en witte leeuwenfontein, is ronduit subliem! Ik verlaat dit juweel uiterst tevreden, net als Washington Irving en Théophile Gautier. Dan ga ik nog bovenin het Alcazaba en geniet met volle teugen van het panorama: de witte huisjes, het vele groen, de besneeuwde bergtoppen van de Sierra Nevada. En dan zijn er tot slot nog de magnifieke tuinen en patio's van het Generalife.
Bon. Granada zelf nu. Een pittoreske Arabische soek, het Alcaicería, leidt naar de kathedraal. Mooie straatjes, alleen 'jammer' van de nogal opdringerige zigeunerinnen met hun rozemarijntakjes, maar dat moet je er nu eenmaal bij nemen. Ik trek naar de Arabische wijk Albaicín, een doolhof van steegjes, trapjes, patio's en cármenes, de typische witte huisjes. Heel pittoresk is een wandeling langs de Darro, aan de voet van de heuvel waarop het Alhambra prijkt. Bruggetjes, kerken, fonteinen.
Het beste zicht op het Alhambra heb je op de mirador van Plaza San Nicolás. Het panorama met de vesting, de bergen van de Sierra Nevada en een groot deel van Granada is verbluffend. En dan die hartstocht in de flamenco van de straatmuzikant van dienst. Zucht... Dit soort pleintjes met terrasjes en bijbehorende muzikanten zijn trouwens talrijk in Albaicín, hart en ziel van Granada. Een wijk waar je in kan blijven verdwalen, van plaza naar pittoreske plaza. Ik bezoek een tetería en laat me onderdompelen in de Arabische sfeer van het salon: de aandoenlijke muziek, het kabbelende water, het kleurrijke oosterse interieur en natuurlijk mijn 'Sunset in Granada' thee. Ik bezoek nog een voormalig badhuis uit de 11e eeuw, met stervormige gaten om het licht binnen te laten. Er is nog de barokke San Juan de Dios, en iets verder het klooster van de 16 zusters van San Jerónimo. Ik zie ze druk in de weer op de binnenplaats. Van de talrijke gedetailleerde schilderingen en de sculpturen in de cassettenplafonds van de kerk sta ik perplex, en naar het schitterende gouden retabel, een waarachtig stripverhaal van de bijbel, met honderden figuren, blijf ik met open mond staren. Ongehoord impressionant.
Ik vind een hostal en Cecilia, een Italiaanse dame, neemt mij, een Amerikaan en een Canadees op sleeptouw naar de meest interessante tapasbars in Granada. Daarna gaan de Canadees, François, en ik nog naar een discotheek op Los Lobos, waar we de meest uiteenlopende shots (absint, whisky, wodka, tequila, rum) uitproberen (zo is er de Obama en de Godzilla, maar ook de Ebola, dat is whisky met tabasco) en met minstens tien verschillende nationaliteiten aan de praat geraken. Erasmusfeestjes, wat heb ik ze gemist. Het wordt laat... heel laat, en het is met de grootste moeite dat ik de weg terug vind naar de hostal.
Ik sta laat op en ontbijt op Plaza Bib Rambla. Een trage zaterdagochtend in zonnig Granada. Het is de Andalusische feestdag. Ik stap de kathedraal binnen en geef mijn ogen de kost aan het gouden renaissance-interieur. Op Plaza Nueva aanschouw ik de vrij straffe circusact van een jongen die met een grote hoepel de zwaartekracht tart. Weer volg ik de Darro, deze keer naar de zigeunerwijk Sacromonte. Aan het Convento Santa Catalina speelt een heuse zeskoppige reggae/ska band. Milchakas heten ze. Plots passeert een politiewagen door de Passeo Tristes en de jonge verkoopsters van amuletten en andere sieraden graaien hun koopwaar bijeen en haasten zich een steegje van het Albaicín in, vanwaar ze onmiddellijk terugkeren om alles weer netjes uit te stallen. Grappig om te zien. De zon, de muziek en de marihuanadampen maken me nog meer lui, maar na een halfuur kan ik het toch opbrengen deze andere idylle te verlaten. Iets verderop oefenen een tiental geblinddoekte mannen met het dragen van een enorme last. Ze zullen met Pasen het beeld van de Heilige Maagd Maria dragen. Best opmerkelijk om te zien. Het lijkt alsof hen een zware sysiphusstraf is opgelegd.
De witte woningen van Sacromonte, de cuevas, zijn uitgegraven in de met cactussen bezaaide rotsen. De wirwar van steile steegjes biedt om elke hoek en achter elke bocht nieuwe panorama's en charmante taferelen. De was hangt op balkons te drogen boven een woud van cactussen. Een soort ranger draaft te paard een steile trap op. Een ezeltje wordt langs de rotswand geleid. Zigeunervrouwen nodigen me uit in hun cueva om er iets te drinken en naar flamenco te luisteren. Via smalle wegjes dring ik door tot het dorre hart van Sacromonte. Op geïmproviseerde binnenplaatsen tussen de rotsen en naaldbomen liggen her en der tafeltjes, stoelen, een kapotte fiets, een uitgedoofd kampvuur. Maar het is de stilte die er overheerst. Gezeten op een stronk bewonder ik een achtergelaten schilderij. Mijn enige compagnon is een eekhoorn op wandel. Aaah, hier een tijdje wonen... Mijn romantische hart gaat er sneller van slaan. Op de heerlijke Arabische patio van een tetería op de overgang van Sacromonte en Albaicín drink ik Marokkaanse thee met een Koerd uit Irak. Op het pleintje staat het beeld van Chorrojumo, koning van de gypsies. We keuvelen over Europese talen, de moderne techniek en mooie vrouwen.
Dan trek ik hoog het Albaicín in, voorbij de vele terrasjes, waar nu al stevig wordt gedronken. Aan de Iglesia San Cristóbal, voormalig moskee, ligt een pleintje dat me een prachtig panorama voorschotelt op de massieve stadsmuren, de benedenstad, het Alhambra en de Sierra Nevada, met de 3428 meter hoge Pico del Veleta. De rest van de late namiddag vul ik met heerlijke tapas en cervezas, om de kater tegen te gaan, zullen we maar zeggen. Saturday night is just around the corner en dat hebben de vele groepen vrijgezellen begrepen. Zo is een aanstaande bruidegom verkleed in een penis. Enkele bodega's en teterías later ga ik naar het appartement waar ik deze nacht zal slapen. Cecilia bood me haar bed aan want ze was in Ronda vandaag met haar roommate, ook een Italiaanse. Deze had ook een couchsurfer geregeld, maar het is dus hun derde roomie, de Amerikaan Byron, die nu beide couchsurfers moet opvangen. De Litouwse Greta, Byron en ik praten over monogamie. Byron is ook voor het afschaffen van de corrida en vindt dat alle standbeelden van Leopold II en Columbus weggehaald moeten worden. Vervolgens neem ik Greta mee naar een tapasbar. In Granada krijg je bij elk drankje dat je bestelt gratis tapillas. Je kan dus perfect op kroegentocht gaan en meteen ook gratis dineren. Fijne avond.
Mijn laatste ontbijt in Granada krijg ik van een zingende ober. Het is zondagmorgen en de straten en bars zijn leeg. Stilaan klimmen de temperaturen weer naar boven. Na wat churros neem ik de bus naar Sevilla. Granada heb ik in m'n hart gesloten. Een stad uit de duizend die me altijd zal bij blijven. De Sierra Nevada verdwijnt aan de horizon en we rijden door het rotsachtige binnenland, met hier en daar een wit stadje met omgebouwde moskee. Dit is de provincie Málaga, land van Picasso, waar het altijd mooi weer is. Ooievaars en roofvogels cirkelen boven het rode en groene landschap. Na drie uur bereiken we de hoofdstad van Andalusië.
De charme van Sevilla komt weer helemaal tot me terug. Het is aangenaam druk in de zonovergoten stad en ik begeef me naar de kathedraal, een must-see. Naast de vele versierde kapellen en schilderijen (een Goya zowaar), kan je je ogen ook de kost geven aan het grootste retabel ter wereld: een feest van schitterend goud en cederhouten bijbelse figuren. Impressionant! Verder is er het grafmonument van Christoffel Columbus, de man die Spanje grote rijkdommen heeft gebracht en een enorm aantal indianen heeft afgemaakt. In de tombe, gedragen door vier heren die Spaanse provincies voorstellen, ligt wel dan niet de ontdekker van Amerika - dat is nog steeds niet helemaal zeker. Mogelijk zijn Columbus' stoffelijke resten in de Nieuwe Wereld achtergebleven! Ik maak de klim naar de klokkentoren van de Giralda, via een vierkanten spiraalhelling - en dus geen trappen, want ook paarden moesten tot bovenin de minaret. Hier kan je heel ver kijken en vooral het uitzicht over de huizenzee en kleurrijke kerkjes van Santa Cruz is de moeite. Weer beneden geniet ik van welverdiende tapas met zicht op de Giralda. Na de ontelbare porties vlees en vis die ik in Spanje heb verorberd, ga ik het tot Pasen braaf vegetarisch houden. Beloofd.
Ik vind een alternatieve bar in de Macarena, waar gitaarmeisjes optreden, te midden van hippies en een hele roedel honden. Al gauw verschijnen er meer muzikanten, vooral gitaristen, en jong en oud verliest zich in een uren durende jamsessie, waarbij de cerveza rijkelijk vloeit en de intensiteit steeds hogere versnellingen haalt. Giselda dompelt de sfeer onder in haar weemoedige klarinetklanken, Ana zingt zich de ziel uit het lijf. Een van de wat oudere vrouwen is zowaar de vrouw die ik enkele dagen geleden dronken zag rondlopen op een plein om vijf uur in de namiddag. De wereld is klein. Ik verlaat de hoogst intrigerende Macarenawijk, loop de halve stad door en beland in mijn hostal.
Net als de voormalige Griekse regering kent de Spaanse overheid de kneepjes van het vak om het gewone volk uit te persen en weg te smijten. Verlaagde lonen, ontslag zonder uitkering... De Spanjaard is het beu. Geen wonder dat de linkse partij Podemos steeds meer populariteit vergaart. Zal Spanje in de nabije toekomst het kapitalistische juk van zich af kunnen werpen? De vraag blijft natuurlijk of partijen als Syriza en Podemos het (positieve) verschil kunnen maken.
Enkele aangename bezienswaardigheden op mijn laatste dag in Sevilla: de halve cirkelvormige Plaza del Cabildo, opnieuw de Trianawijk, het Teatro de Vega, het Hotel Alfonso XIII, de rust en vrede van het Marío Luisapark, de steeds nieuwe ontdekkingen in de Barrio Santa Cruz, en als sluitstuk op een fantastische week in Andalusië: een Leffe op de Alameda de Hércules, waar de terrasjes weer boordevol schoon volk zitten. Ik berg het zomergevoel (28°C!) weer even op en vlieg terug naar de Belgische winter. Adios, Andalucia!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten