In een
lege kloosterkamer
Dansen
wij.
Met slechts verf en
inkt
Als getuigen
Van onze onbehouwen
passen
En onbezonnen
passie.
Italiaanse zomer, kunst
in de kapel,
Brandende kaarsen, kippenvel.
Zolang er kunst en
wijn is
Dansen wij voort.
Zelfs na
zonsondergang,
Wanneer de nacht
neerdaalt
Op dit vervallen
klooster,
Decor van de hartstocht
Die we meenemen in
de heuvels
Tussen cipressen en
ceders.
Maakt het dansen ons
dronken
Of is het toch de
wijn
Die je lippen paars
kleurt
En een extra tint
toevoegt
Aan die mooie
mozaïek
Van verschillende
soorten blauw
In je verliefde ogen,
Die je mondhoeken
krult,
Je wangen rood verft
Geen opmerkingen:
Een reactie posten