woensdag 16 september 2020

Auschwitz

Die ochtend gebeurde wat niemand had zien aankomen. In Straatsburg werd de volledige EU-top door de Poolse geheime dienst ingerekend.
 
Elke parlementariër kreeg een blauwe stoffen driehoek met twaalf sterretjes in een cirkel, opgespeld; waarna ze in Franse arrestatiewagens werden gepropt. Die brachten hen naar het treinstation van Straatsburg, waar de lading op de eerstvolgende trein naar Berlijn werd gezet. Vandaar voerde een minder luxueuze trein hen naar Auschwitz, een wereldberoemd historisch museum dat onlangs een nieuwe betekenis had gekregen en was heropend als heropvoedingskamp. De architecturale structuur van het museumcomplex leende zich daartoe perfect.

Een zwartkijker zou nu kunnen beweren dat het er daar niet zo rooskleurig voor de gevangenen uitzag. Zover zou ik niet willen gaan. De europarlementariërs genoten namelijk van een relatieve vrijheid, niet overvloedig, wel gul. Daarnaast bezat het kamp een waaier aan recreatiemogelijkheden.
 
Zo waren er een plantentuin, inclusief enkele moderne sculpturen, waarin ze konden verpozen, en een vergaderruimte voor vurige debatten. In de educatieve ruimte werden de gasten onderwezen in ethiek, met als specialiteit het vak mensenrechten - opfrissingslessen die zeker geen kwaad konden.

Ook hadden ze de mogelijkheid hun buren te observeren. Naast hen zat er namelijk een ander kamp, en de twee waren van elkaar gescheiden met zware hekken en prikkeldraad. In deze biotoop droegen de bewoners hetzelfde gestreepte uniform als zij, alleen was hun stoffen driehoekslapje niet blauw, maar roze. Zonder sterren. Ze leken wat in de war. Af en toe schopten ze tegen een bal.

Want dat was ook een optie. Sport. Voetbal, basketbal, tennis, volleybal, honkbal, waterpolo - jawel, een zwembad was er ook al. Ze konden zelfs naar de bioscoop. Ook was er een minizoo.

Er was veel mogelijk voor de politieke gevangenen in het heropvoedingskamp. Behalve zwijgen.

Nu konden ze niet meer zwijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten