maandag 6 februari 2017

Literaire tip: Umibe no Kafuka

Bij magisch realisme in fictie kan de schrijver subtiel met beide handen tegen de grenzen van de werkelijkheid duwen tot die uiteindelijk beginnen te plooien. De auteur vertrekt vanuit een doodnormale realiteit en eindigt bij situaties en gebeurtenissen die werkelijk te gek zijn om los te lopen mochten deze al in het begin op een schoteltje aan de lezer worden geserveerd. Maar wanneer je de ontknoping van het verhaal volgt, als trouwe lezer die helemaal wordt opgeslokt door de verhaallijn en niet merkt hoe de grenzen worden omgebogen, lijkt de eindsituatie van het verhaal niet eens zo gek of zo ongeloofwaardig meer. Maar als schrijver kan je ook al meteen een flinke scheut magie en mythe in je literair brouwsel gieten, stevig roeren en een parel van een sprookjesachtig en toch pijnlijk realistisch verhaal afleveren dat jong en oud tot in het diepst van hun ziel raken. Dat laatste deed de immens populaire Japanse fictieschrijver Haruki Murakami in zijn bestseller Umibe no Kafuka, in het Nederlands Kafka op het Strand, uit 2002.

De surrealistische, met raadsels gelardeerde roman springt voortdurend heen en weer tussen twee verhaallijnen, de oneven hoofdstukken volgen de jonge Kafka, de even hoofdstukken de oude Nakata. Kafka Tamura loopt op vijftienjarige leeftijd weg van zijn vader, de beeldhouwer Koishi Tamura, om een griezelige oedipale voorspelling te ontkomen en zijn moeder en zus te zoeken. Op de bus ontmoet hij Sakura, een jonge vrouw, en na hoogst bizarre omzwervingen belandt hij in een bibliotheek in Takamatsu, waar Oshima, een transgender die lijdt aan hemofilie, zich over hem ontfermt. 's Nachts krijgt Kafka vaak bezoek van een een jongere mevrouw Saeki, de zangeres van het lied 'Kafka op het Strand' en nu hoofd van de bibliotheek en auteur van een boek over mensen die een blikseminslag hebben overleefd. Hij wordt verliefd op de jongere verschijning, maar vraagt zich af wie mevrouw Saeki eigenlijk is en graaft verder in haar droevige verleden. De situatie escaleert. Enkel de telefoongesprekken met Sakura geven Kafka het gevoel dat hij nog in verbinding met de werkelijkheid staat. Wanneer de politie lastige vragen begint te stellen over een moord waar Kafka mogelijk mee te maken heeft, springt Oshima voor Kafka in de bres door de agenten om te tuin te leiden.

De minder begaafde en verwarde Nakata probeert op zijn oude dag rond te komen door verdwenen katten op te sporen. Dat doet hij door andere katten te ondervragen, wat vaak erg grappige dialogen oplevert. Op een van zijn speurtochten belandt hij aan de andere kant van Japan, waar hij met de vrachtwagenchauffeur Hoshino van het ene gekke avontuur in het andere belandt. Zo zijn er Johnnie Walker, een kattenmoordenaar die zich kleedt zoals de man op het logo van het beroemde whiskymerk, en die van de dode kattenzielen een fluit wil maken; en Kolonel Sanders, een pooier die sterk op de gelijknamige oprichter van fastfoodketen Kentucky Fried Chicken lijkt en hen helpt bij het vinden van een mysterieuze toegangssteen tot een andere wereld. Deze twee verschijningen, of 'concepten', horen tot de meest absurde en inventieve aspecten van de roman, die de lezer gewoon moet aanvaarden.

De kracht van muziek is een van de belangrijkste thema's in de roman. Zo is Oshima wild van Schuberts piano sonata in D Majeur, wat hem helpt bij het rijden, en Beethovens 'Aartshertog Trio' is een voortdurende bron van inspiratie in het verhaal. Ook Hoshino wil meer over de Duitse componist te weten komen na een memorabel gesprek in een koffiebar. Oshima vertelt Kafka dat dichters hun inspiratie uit dromen halen en daaruit hun woorden winnen om in de wakkere werkelijkheid hun poëzie mee te componeren. De woorden dienen als een profetische tunnel die in verbinding staat met de lezer. Ook de ziel krijgt hoge krachten toegeschreven. Zo wordt gesuggereerd dat Kafka, Saeki en Nakata in een alternatieve werkelijkheid met elkaar zijn verbonden, hun zielen in elkaar verstrengeld. Zo kan Nakata een man doden wiens bloed op Kafka's handen verschijnt, zonder dat Kafka en Nakata elkaar ontmoeten. De verscheidene surrealistische gebeurtenissen in het verhaal slaan de nuchtere maatschappij met verstomming. Hoe ga je bijvoorbeeld om met een stortbui waarbij miljoenen vissen uit de lucht vallen? Net dat is de kracht van de hoge dosis aan magisch realisme in Murakami's verhaal.

Het boek is een ware puzzel en kan gelezen worden als een complex raadsel, maar wel één waar nooit echt een oplossing voor wordt aangereikt. De lezer heeft een enorme vrijheid om de eindjes aan elkaar te knopen en een hiërarchie van betekenis aan de gebeurtenissen vast te knopen, en misschien is die vrijheid wel zo groot dat het bijzonder moeilijk wordt om het verhaal op een eenzijdige manier te begrijpen. Voor wie van verhalen houdt die van A tot Z reizen en waarbij op het einde alles helder is uitgelegd en opgelost, is Kafka op het Strand een hele uitdaging. Voor wie de kracht en het vermogen heeft om los te laten en te verdwalen in een universum waarin je van de ene verwondering in de andere sukkelt en je voelt dat een volledig begrip van de verhaalwereld en de onverklaarbare fantastische gebeurtenissen je petje te boven gaat en weet dat dit eigenlijk heel oké is, kan ik de roman sterk aanbevelen, want in dat geval kan hij niet teleurstellen, enkel een blijvende indruk nalaten van een verhaal dat je nooit eerder had gelezen en dat je met indrukken opzadelt die je nooit meer zal vergeten.

2 opmerkingen: